Nieuwe winde-kelken(1864)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 75] [p. 75] De omfloerste harp. (bij het huwelijk van mejonkvrouw rebecca da costa met den heer c.j.w. ramann.) Hier, waar gebloemte en lovers om ons geuren, Waar alles zingt, en juicht, en jubels wekt, Wat staat daar eenzaam in een hoek te treuren?.... Een Dichterharp met rouwfloers overdekt. O wie dat floers van 't speeltuig af kon rukken, En lokken uit zijn snaar een enklen toon, - Hoe zou die toon ons oor, ons hart verrukken! Een bruiloftspsalm weêrklonk hier, eenig schoon! Doch neen! geen hand durft aan die harp te roeren, Sints haar niet meer de Harpenaar bespeelt. [pagina 76] [p. 76] Ja, zelfs mijn luit, met eerbiedvol ontroeren, Waagt hier geen lied, zooals ze er elders kweelt. Zoo zal dan op uw feest geen zangtoon ruischen, Geliefde Bruid, des grooten Zangers kind! Waar, d' Echt ter eer, hij vaak zijn zang deed bruischen, Geen die, uw Echt ter eer, een lied begint!... Maar, hoor! het is als oopnen zich de hemelen, En, uit het licht der gouden hemelzaal, Waar zaligen met englen zamenwemelen, Een citer klinkt ons toe in hemeltaal. Wat zingt ze? - Een lied ter eer der eeuwge Liefde, Die ginds de Bruid des Lams en 't Lam verbindt, En, waar de galm diens lieds hier 't luchtruim kliefde, Is 't of ons hart weêr de oude harp hervindt. Hoor wat ze zingt: ‘Gij Bruid, bemin uw Gade, Gij, Bruîgom, geef uw hart aan uwe Bruid Met d' eigen gloed, ontvlamd door Gods genade, Waarmeê zich hier zijn Bruid aan Jezus sluit. Draag zoo in d' echt een beeld der zaligheden, Die hier van weelde uws vaders hart doen slaan!...’ [pagina 77] [p. 77] Speel voort, speel voort, gij, citer uit Gods Eden!...... Maar zongt ge al meer, wie, die u zou verstaan? De zaligheên, die 's zaalgen hart verrukken, Gaan boven 't peil van 't geen hier 't hart vermoedt! - Slechts in uw Echt daar 't beeld van uit te drukken, Zij 't Amen, Bruid! op 's vaders bruiloftsgroet! 21 November 1861. Vorige Volgende