Nieuwe winde-kelken(1864)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 221] [p. 221] Broedertwist. - ‘Moeder, kom eens in den hof! Zie, wat daar mijn blikken trof! 'k Zag er, o! zoo schoon een bloem, Die ik boven allen roem! Kom, - sprak 't knaapje en trok haar voort - Zie de bloem, die mij bekoort!’ - - ‘Moeder, kom eens in 't priëel, Waar ik tusschen bloemen speel! Zie, wat valsche dorenplant Mij gewond heeft in mijn hand! Kom, - sprak de ander - tot haar straf, Ruk gij ze al haar bladers af!’ - Moeder trad met 't tweetal voort Naar 't haar aan te wijzen oord. [pagina 222] [p. 222] Als zij op de plek blijft staan, Wijzen beide - één struik haar aan. - ‘Kindren, hoe verstandeloos! Beider bloem is - de eigen Roos!’ - Vorige Volgende