Frans Holster(1871)–Hendrik de Veer– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave [Eerste deel] Eerste hoofdstuk. Een nommer voor een museum van antiquiteiten. Tweede hoofdstuk. Waarin meneer Melder tot de ontdekking komt, dat hij beter is dan hij zelf wist. Derde hoofdstuk. Over iemand, die op zijn vijftigste jaar nog practisch werd. Vierde hoofdstuk. Wien Jacob West onderweg ontmoette en waardoor er van zijn bezoek bij Jansen niets kwam. Vijfde hoofdstuk. De geschiktheid van jufvrouw Rol, om kinderen op te voeden, wordt behoorlijk erkend. Zesde hoofdstuk. Waarin wij nog meer recht laten wedervaren aan den opvoedkundigen tact van jufvrouw Rol. Zevende hoofdstuk. Waarom 't met de opvoeding van Frans niet zóó goed vlotte, als jufvrouw Rol wel verwacht had. Achtste hoofdstuk. Eenige neuswijzigheden van een litterator en nog wat. Negende hoofdstuk. Waarin gehandeld wordt over familiezaken. Tiende hoofdstuk. Er wordt een school voor onzen held gezocht. Elfde hoofdstuk. Jakob West vindt eene school voor zijne jonge vrinden. Twaalfde hoofdstuk. Waarin de schrijver de indrukken van het tot nu toe verhaalde samenvat en de geschiedenis een paar stappen verder brengt. Dertiende hoofdstuk. Jakob West raakt leelijk in de klem. Veertiende hoofdstuk. Nieuwe kennissen en vrienden, die zich onzen held aantrekken. Vijftiende hoofdstuk. Tante Gonne. Zestiende hoofdstuk. Jansen verbeeldt zich een stap nader aan zijn doel te komen. Zeventiende hoofdstuk. Meneer Melder krijgt 't waarlijk weer te kwaad met zijn hart. Achttiende hoofdstuk. Waarin nog meer menschen onaangename indrukken ontvangen. Negentiende hoofdstuk. Oude en nieuwe kennissen. Twintigste hoofdstuk. Tante Gonne's patronaat. Een-en-twintigste hoofdstuk. Triple alliantie. Twee-en-twintigste hoofdstuk. 't Loopt met Sam verkeerd. Drie-en-twintigste hoofdstuk. Een oude en een jonge zondaar. Vier-en-twintigste hoofdstuk. Waarin wij tot eene verkwikking den lezer weer in beter gezelschap brengen. [Tweede deel] Vijf-en-twintigste hoofdstuk. Voor 't eerst op reis. Zes-en-twintigste hoofdstuk. IJdelheid der ijdelheden. Zeven-en-twintigste hoofdstuk. Antoine Tekel ontdekt een goudmijn. Acht-en-twintigste hoofdstuk. Grootvader Eggink krijgt nog meer last van Frits. Negen-en-twintigste hoofdstuk. Over kleine en groote politiek. Dertigste hoofdstuk. De eerste wintervergadering van het departement Eerloo-Ganderkerk. Een-en-dertigste hoofdstuk. Loon naar werk. Twee-en-dertigste hoofdstuk. In kleinen kring. Drie-en-dertigste hoofdstuk. Over een oud onderwerp en oude kennissen. Vier-en-dertigste hoofdstuk. Nog weer over oude kennissen. Vijf-en-dertigste hoofdstuk. Voorbereidingen voor de scheiding. Zes-en-dertigste hoofdstuk. Het vertrek. [Derde deel] Zeven-en-dertigste hoofdsbuk. Leelijke berichten. Acht-en-dertigste hoofdstuk. Een dag met hoofdpijn. Negen-en-dertigste hoofdstuk. Een Zondag buiten. Veertigste hoofdstuk. Het onweer zet op. Een-en-veertigste hoofdstuk. Over stoomsnelheid en zeeziekte. Twee-en-veertigste hoofdstuk. Er komen weer oude herinneringen boven. Drie-en-veertigste hoofdstuk. Nieuwe aandoeningen. Vier-en-veertigste hoofdstuk. De winter komt. Vijf-en-veertigste hoofdstuk. Weder in de groote stad. Zes-en-veertigste hoofdstuk. Frans bemerkt dat hij nog heel wat te leeren heeft. Zefen-en-veertigste hoofdstuk. Een sombere winter en een guur voorjaar. Acht-en-veertigste hoofdstuk. Gewogen. Negen-en-veertigste hoofdstuk. Het begin van een nieuw leven voor onzen held en het einde van dezen roman.