Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel A(1916)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Voorwoord. Herdenking van de storm, die op de 17de mei 1865 in de Tafelbaai woedde. Die Jingo man. Die brand. Bij het aftreden van de oude ‘Afrikaander Bond’. Die slimme raadsleden of Hoe die winkel van ou koning Salomon ontdek werd. Waarom Jan Drommel die jood gestraf het. Een praatje over de konferentie. (Toen het nog in wording was). O! Die muskieten en vlooien. Wat men al zo zei. Kort voor het proklameren van de Z.A. Unie. De haan en de reiger. De strijd over de Hollandse Taal alhier. Op de unie-dag, - 31 mei 1910. Wens en Bede. Ons drinklied. Wat oom Daantjie Struis op die groente-markt wedervaar het. De Unie. En wat ziet gij de splinter in het oog van uw broeder? Verzoek om een loflied voor de Unie. (Voor ‘Ons Land’, Nieuwsblad). Die Vaatjie Brandewijn of Die compagnieschap. Wat gebeurd is toen Klaas met oom Jan zijn vrouw wou gaan komedie speel. Rouwkrans. Geschreven voor de Begrafenis-plechtigheid van Z.H. Ed. President Kruger te Pretoria. Weeklacht. Aan mijn vriend Stephaan (Dr. S.J.K.). Bij het vernemen van de tijding dat sir Hercules Robinson (later Lord Rossmead) was overleden. Gelukwens aan de Heer Henri Brink, bij de voltrekking van zijn Huwelik, op 25 Julie 1910. Waarschuwing Aan meisjes, die voorgeven niet van zoentjies te houden. De waarheid en de leugen. Wie zal het zijn? Regelen geschreven na de Begrafenis van ‘Onze Jan’. In het album van mijn jonge vriendin Johanna S.K. (Op verzoek, 1 Junie 1910). Bij het graf van mijn hondje ‘Flora’. De oorlogsverklaring tussen Engeland en Transvaal. Na het eerste gevecht op 13 Oktober 1899. Aan de kiezers van Kaapstad bij de verkiezing van vier leden voor het parlement, op 22 Mei 1897. (Hoe het destijds ging.) Het machtige Engeland. In het album van mijn jonge vriendin W.K. (Op verzoek, 21 Junie 1910). Al te vroom. Die vreemde man in die kooi. Aan het Engelse volk. Geschreven kort na het uitbreken van de Transvaalse Oorlog. Een haarlok. Aan miss I.K...... Bij het toezenden van een mandje met aardbezien. Wat is ons leven hier op d' aard? Een vraag aan Engeland in 1900-1902. Zo'n verwenste vlooi! Aan de Vrijstaters en Transvalers. Geschreven bij het uitbreken van de oorlog. Breng deez' boodschap aan mijn moeder. Die leeuwe-jacht op een katel. Gelukwens aan een jonge paar, De Heer J.T. en Bruid. (Telegram 17.4.07). Het jingodom. Wat is een jingoe? Bruilofts-vers. Geschreven voor het Huwelik van de Heer J.P.L.V...... t met Mejuffr. V...... t, 1912. Aan het Transvaalse volk. (Bij hun oprukken in de Oorlog tegen het Kafferopperhoofd Secocoeni, onder Z.H.E. de President T.F. Burgers.) Die gevoelens van een Jingo-Engelsman. (Van die kapitaliste soort.) Deserteur en verrader. Aan mijn vriend henri brink. (Bij de introduktie aan zijn vrouwtje.) Het graf. Aan de zon. Bij de warmte die tegen het einde van Maart 1911 hier heerste. Het razen van het jingo-volk en gevolgen of Die storie van die rooftocht. Niggie Hettie en die duizendpoot. Aan de heer Rocher Pohl. Bij de Geboorte van zijn Dochtertje. Rouwklacht. (Voor het rouw-kaartje van Juffr. V......, voor haar Zuster.) Welkom aan het nieuwsblad ‘Die week’. Vrouweliefde. Bij het graf Van mijn vriend Hermanus Barend Keytel. Hertzogisme. (De tegenwoordige nachtmerrie der Jingo's.) Bij de laatste dag van het jaar 1913. Een gevonden preek. Door een Predikant wat nie goed Hollands het kan praat nie, op Caledon. Uit die ouwe tijd. In het album van een jonge vriendin. gedurende de Oorlogstijd. Hoe ou tante Martha van grijnen deur haar dokter gefopt werd. Gelukwens aan een jonge vriend en vriendin op hun trouwdag.