Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel A
(1916)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend
[pagina 179]
| |
Voor uw kroost een goede vader,
Voor uw ga een echtgenoot,
Steeds getrouw, een hulp en rader
Voor de armen in hun nood,
Schoon hebt gij uw taak volbracht,
Lang nog worde uw naam herdacht.
In de harten van uw vrinden,
Wat moog' wiss'len of vergaan,
Wat de tijd hier moog' verslinden,
Blijft gij leven en bestaan.
Sluimer, vriend dan, sluimer zacht,
Tot de blijde morgen lacht.
Werd uw weg hier vaak verduisterd
Door de onspoed, hield de smart
Dikwels u aan 't bed gekluisterd,
Scheen u d' Hemel droef en zwart,
Toch geduldig met uw lot,
Boogt gij willig voor uw God!
Tans bevrijd van al uw lijden,
Drukt geen zorg noch smart u meer,
Ligt gij na uw aardse strijden
Rustig in de groeve neer.
Sluimer stil dan, sluimer zacht,
Tot de blijde morgen lacht.
1897.
|
|