Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel A(1916)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Gelukwens aan de Heer Henri Brink, bij de voltrekking van zijn Huwelik, op 25 Julie 1910. Waarde Bruigom! lieve Bruidje! Die nu saam in 't huwliks-schuitje Zijt gestapt, op deze dag, Om als duifjes saam te paren, En op 's levenszee te varen, Onder Hymens blijde vlag. Gun mij, dat ik ook mijn wensen Voeg bij die der andre mensen Of zegg' vrinden! die gewis Op uw feest niet zullen dralen, U hun hartsgevoel te malen, Saam gezeten om de dis. Wijl ik hier maar stil moet zitten, En op d' afstand slechts kan vitten, Die mij van uw feestmaal scheidt, En geen kans mij o'er doet blijven, Dan mijn wensen neer te schrijven, Die ik u hiermede wijd. En dit is, dat g' bei tevreden, In de toekomst, zo als heden, Vreugd' mag smaken iedre dag, En er nooit een uur mag komen, Dat de stap, door u genomen, Een van u berouwen mag. [pagina 81] [p. 81] Blijv' uw vrouw voor u een perel, En gij zelf voor haar een kerel, En haar levens-steunpilaar, Waar zij altijd op kan bouwen, Wijl gij met een vast vertrouwen Weer uw troost zal vind' bij haar. Laat de eendracht en de rede, Met de liefde en de vrede, Steeds uw daag'liks streven zijn, Dan zal wis, om zo te spreken, 't In uw huisje nooit ontbreken Aan een heldre zonneschijn. Als het wiss'lend lot u beiden, Soms langs wegen mocht geleiden, Waar geen zegen u verbeidt, Maar slechts pijn u wacht en smarten, Mocht dan nooit de vree uws harten Door de wanhoop zijn ontwijd. Weet, in 't leven groeien bloemen, Maar ook doornen, scherp te noemen, Die bevrucht zijn met venijn. Mocht het lot u zo bedelen, Dat het u veel bloemen tele, Maar de doornen weinig zijn. Dat u God nog lang mag sparen, Om hier met elkaar te varen, Zo in voorspoed als in strijd, Tot uw schuitje u zal landen, En ontschepen aan de stranden, Waar u stille rust verbeidt. Vorige Volgende