Maas-Sluysse meeuwe-klagt,(1735)–Frank Metaal– Auteursrechtvrijbehelzende verscheide geestelyke gezangen en gedichten met noch een korte aanmerkinge over de tegenwoordigen liefdeloozen tyd, waar inne de ware liefde nauwelyks te vinden is Inhoudsopgave Eer-Dicht, Op de Maas-Sluysse Meeuwe-Klacht, Toe-Eygening Aan alle Liefhebbers des Heeren. Voor-Reden. Vermaning aen de Meeuwe-Vangers. Vermaning aen de Meeuwe-Vangers. Maas-Sluyse Meeuwe-Klagt, Behelzende verscheide Geestelyke Gezangen en Gedichten. Vermaning aan den Eerbaren Jongman Hubrecht Arentsz, tot dankbaarheyd aan God voor zyn wonderlyke verlossinge uyt doods gevaar. Tot meerder aenzettinge in Dankbaerheyd. Slot-Vers tot Dankbaerheyd. Bekentenisse van Dankbaarheyd, gezongen over de wonderlyke verlossinge van Hubrecht Arentsz, uyt syn doods benaeuwtheyd, die hy op het wrak heeft geleden, Meerder betoninge van Dankbaarheyd. [Wanneer het woeste Element] Psalm 29. vers 3. Schadelykheydt der ondankbaerheydt. Morgen-Gezang, of heylige overdenkinge in den Morgen-stont, over Gods Eygenschappen. Avondt-plichten: Gezongen over het doorbrengen van den dag. Een Geestelijck Liedt, gemaackt op de kostelijcke verquikkinge van Godts Geest voor de bedrukten, dog Godtvreesende van herten. Vervolg op het voorgaende. Vermaen-Liedt tot afstand van sonden. Een klagende Liedt, gezongen over de jalouzie des Werelts. Vervolch op het voorgaande. Ootmoedige klachten over de wackheydt des vleesch, in het dragen van smaet: daer beneffens de onbegrypelycke lijdtsaemheydt van den Sone Godts, wanneer als hy van de Iode onschuldig ter dood is gebracht. Gedicht over de voorgaende stoffe. Een Geestelijck Liedt, over het begraven onses Heylandts Iesu Christi, De ware Opstandinge van Christus Iesus uyt den Grave, Gesangen over het uytstorten van den Heyligen Geest op de Apostelen. Vermaen Lied tot Bekeringe van sonden, Om 's werelds rot Te openen haer wonden, Om hare Ziel Te vryde van de Helle, Soo sy daer viel. Nooyt kanse weer herstelle. Klaeg-Liedt, gesongen over ligchamelyke schuldt. Den bekommerden sondaer, singt uyt 't gront van sijn hart. Bewijs van Danckbaerheydt in tegenspoet. Gesongen, van ymant die beschuldigt wierdt van geveynstheyt, en bedrog; beroepende hem op de alwetenheydt Godts. Een Liedt, Gemaeckt op de twee eerste deelen van den 118. Psalm, gesongen in groote wederwaerdigheydt, en tegenspoet. Een Liedt, Gesongen over de Scheeps-oneenigheydt. Matthei 22. vers 36. Over Psalm 133. Aenmerckinge over den tegenwoordigen geveynsden liefdeloosen tyd, waer in de bedriegelykheydt seer veel in swang gaet. en hoe de afwyckers van de waerheydt gestraft zyn. Zonderlykheid des Lands. Geestelyk Lied Van den breeden en smallen Weg. Op het voorgaende. Klagte, Over Geestelyke Verlatinge. Een Lied, Van de Kananeesche Vrouwe. Een ander Liedt, op de voorgaende stof. Een geestelijck Liedt van Achab, hoe dat hy hem houdt aen bedroch, waer door hy komt ten val, en sterft. Geestelijck Liedt van de schijnheyligheydt. Geestelyck Lied, over de liste des Satans; tot Opweckinge van Sorgeloosheydt. Nieuwe-Iaars Gezang. Een Geestelyk Lied, Voor haar die op Reis begeven na andere Kusten. Een Geestelyk Lied van de moeyelijken weg ten leven, waer van den prys hangt op 't einde van de Loopbaen. Op het Voorgaande. Over de Loterye van Maas-Sluys: begonnen Uytgetrokken te werden den tweeden Augustus 1674. ende geëindigt den zeventienden September daar aan volgende. Een nieuw Lied, Wie het ziet, Mildheid bied, Aan ons arme Sluysche Weezen, God zal weer, Komen neer, Hebt gy zeer En u door zijn gunst geneezen. Lijkdicht of Triumphe, over de Gelukzalige Ontslaping van Do. Iacobus Kuyperis, In sijn leven getrouw Bedienaer Iesu Christi in de Gemeinte van Maes-sluys, gestorven den 18 Mey 1684. Met het gewenste; dog onverwachte beroep wegens Do. Adrianus Hoyer, getrouw Predikant in de Gemeinte tot Zwartewaal, Bevestigt op Maes-Sluys den 31 December 1684. [Gelooft sy God de Heere] Een Nieuw Lied, Gemaakt en geappliseert op de wonderlyke Herstellinge van onzen Hoodheid den Heere Prince van Oranje en ons lieve Vaderlant, tot lof ende eere van Godes alderhoogsten Naam Op het voorgaende. Een Geestelyk Lied. Over de hinderlyke vyanden voor die Godzalig zoekt te leven. Een Geestelyk Lied, van de kragt des waren geloofs. Hebr. 11. Een Lied Op het voorgaende. Hebr. 12. Een Geestelyk Lied Over de hedendaagse Spotterny ontrent het Woord der Heeren. Een Nieuw Lied, Voor de Zeevarende lieden, hoe zy haer daer toe moeten bereyen. Een Geestelyk Lied tegen de Liefde des Werelts. Een Lied over het moetwillig en weetens zondigen, dat tegenwoordig veel in zwang gaat, 't welke al smarte komt te veroorzaken. Op het voorgaende. Samen-spraek tusschen een Visser uyt Zee aengekomen, en een Landman. Een Nieuw Lied over de bloeyenden tyd van Maas-Sluys, waar van men tegenwoordig weynig vrugten siet, 't welk groote klagten komt te veroorzaken. Een Geestelyk Liedt over het groote onderscheydt tusschen de deugdt, ende ondeugde. Een Geestelyk Liedt over de onbedenckelyke sorgeloosheydt van veel varende lieden, en hoe weynig de sonden by veele niet geacht en worden. Register Register van de voornaemste Digten.