Maas-Sluysse meeuwe-klagt,
(1735)–Frank Metaal– Auteursrechtvrijbehelzende verscheide geestelyke gezangen en gedichten met noch een korte aanmerkinge over de tegenwoordigen liefdeloozen tyd, waar inne de ware liefde nauwelyks te vinden is
[fol *2v]
| |
Gerymt door F. Metaal.ZEeluy, die de Visschers Nering
Van Maas-Sluys gestaag hanteert,
Hier werd u tot uwe leering,
't Lied-Boek Meeuwe-Klach t vereert,
Deze man heeft ondervonden
Dat gy Rym en Sang bemint,
Dees komt hy door Rym verkonden,
't Geen m' in u te harten vind.
Wat dat is dat kunt gy leezen
In dit bundeltje Papier,
Waardig is dien man gepreezen,
Die dit schreef tot zyn playsier.
Laat u door dit Boek opwekken,
Tot Godzaligheid en Deugd:
Laat u van het quade trekken,
Tot u en u naastens Vreugd,
Gy, die hanthaaft d'eyge zaken;
Als wel d'Apostels dee'n,
Wilt doch uyt den slaap ontwaken
Van het quaad: 't werd u gebee'n:
Op dat gy zoo moogt gelyken,
Als Discipels van dien Heer,
Laat dit wel aan 't visschen blyken,
Maar in deugden noch veel meer.
Dit is 't oogwit van dees Dichter,
Uwen broeder Frank Metaal,
Die u strekt een Baak en lichter,
Op dat gy niet zondig dwaalt,
Singt en leeft dan deze bladen
Met een dankbaarlyk gemoet,
Want dees Man die komt u raden
Van 't quade tot het goed:
Dankt hem, maer noch meer dien Heere!
Die hem deze gaven geeft:
'k Wensch dat gy zoo deugt meugt leeren,
Dat gy namaels eeuwig leeft.
A.V. |
|