Maas-Sluysse meeuwe-klagt,(1735)–Frank Metaal– Auteursrechtvrijbehelzende verscheide geestelyke gezangen en gedichten met noch een korte aanmerkinge over de tegenwoordigen liefdeloozen tyd, waar inne de ware liefde nauwelyks te vinden is Vorige Volgende [fol *3r] [fol *3r] Toe-Eygening Aan alle Liefhebbers des Heeren. Psalm 97: vers 10. Gy Liefhebbers des Heeren hatet het quade. WIlt doch mijn geringe Schriften, Die ik u nu eygen toe, Niet al te naaukeurig ziften, Want ik het uyt liefde doe. 'k Heb voor dezen 't Sluys-Compasje Aan de Jeugt gegeven uyt, Hier is een gering aanwasje, Dat van Meeuwe-klachten luyt; 'k Heb den Titul ook gegeven; Als gy vry wel lezen meugt, 't Meeuwtje dat bid om zijn leven, Maar den inhoud treft de deugt. Veel hier van te lammenteren, Acht ick doch voor weynig goet; Maar ik zeg 't quaad moet men weren, Uyt een vroom oprecht gemoet: Ook zoo moet men vierig loopen Op den weg der zaligheid, En den tyd met lust uytkoopen, Die nu heel in 't booze leid. Dit gun u en my den Vader, Daar ons alles goet van koomt; Want hy is des levens ader; En wil van ons zijn geroomt. Vorige Volgende