Maas-Sluysse meeuwe-klagt,(1735)–Frank Metaal– Auteursrechtvrijbehelzende verscheide geestelyke gezangen en gedichten met noch een korte aanmerkinge over de tegenwoordigen liefdeloozen tyd, waar inne de ware liefde nauwelyks te vinden is Vorige Volgende Psalm 29. vers 3. De stemme des Heeren is op de Wateren, de Godt der Eere dondert: De Heere is op de groote Wateren. AL die geen die moeten varen Op het woeste Element, Leert dog wie u kan bewaren, Weest daar van niet onbekend, 't Is u nodig om te weten, Daerom sie dog wie het is, Want soo gy hem gaat vergeten, Naakt u eeuw'ge duysternis, Maar so gy krygt wetenschappen Van u Maker van u Heer, Wilt in 't schip vrymoedig stappen, Vreest dan niet voor 't brullent Meer, [pagina 19] [p. 19] Maer wilt vast op Godt betrouwen, Met een vroom oprecht gemoed, Dan sal hy u wel behouwen, Soo gy maer syn wille doet. Wilt dit altyd practiseren, Om te weten om te doen, Dan sal hy het quaet wel weeren, En u over al behoen, Wilt dog altyd dankbaer wesen Aen die u geschapen heeft; Met een kinderlyke vreese, Voor syn Majesteyt doch beeft. Dan kund gy gerust om swerven, Waar Gods weer en wind u leyd, 't Sy dan hoe gy komt te sterven, 't Strekt u al tot zaligheydt. Vorige Volgende