Maas-Sluysse meeuwe-klagt,
(1735)–Frank Metaal– Auteursrechtvrijbehelzende verscheide geestelyke gezangen en gedichten met noch een korte aanmerkinge over de tegenwoordigen liefdeloozen tyd, waar inne de ware liefde nauwelyks te vinden is
Exod. 15. vers 2.
DE Heere is mijn kragt en Liede,
Sijn heyl liet hy aan my geschieden,
Wanneer ik lag op 't woeste Meer,
Dese is mijn God en Heer!
Dus wil ik altijd na hem haaken,
En hen een lieve woning maken,
Een woning in mijn duystere hert,
Waer door het licht ontsteeken werd:
Ach Heer wild my doch zoo verligten,
Dat ik een ander ook mag stigten,
Dat ik een ander voor mag gaen,
Als uyt den dooden opgestaen.
|
|