Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel B(1918)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Voorwoord. De hoop. Destijds geschreven voor het maandblad ‘De Goede Hoop’. (nog niet verschenen). Aan die Cape Times en Argus. Toen zij bij de stembus de nederlaag hadden geleden. Ons volk. Geschreven voor, en verschenen in het eerste en enig uitgegeven nommer van het Tijdschrift ‘Ons Volk’, in Oktober 1909. Het Jingo Lawaai. Om het gezegde van Oom Paul, ‘dat de Koningin een kwaaie vrouw was’. Wat ik gevoelde in de oorlog met Transvaal. De Jingo vergadering in de ‘Goedehoop-zaal’. Op 29 Maart 1897. Weeklacht. Over een vriend kort na zijn trouwen. Rhodes z'n Afrikaander hondjes. Die vrouwtjes van Somerset Strand. Aan de oorlogzuchtige Jingo's. Verzoek aan de heer Rhodes. Een snuifje voor de progressieven. (en de met hen mee gaande Afrikaanders). Tussen praat en daad. De rit op de mallemolen. Hoe erg vriend B. verliefd was. De liefde, ja de liefde, had hem zo ver gebracht. Een vraag aan Engeland. In 1900-1902. De Argus koerant. Wat is een progressief? Nog meer jingo-geschreeuw. onrust op de Rand, onderdrukking van Britse onderdanen, enz., enz.; Zie Cape Times 24 Desember 1898. Op de eerste verjaring van het maandblad ‘De Goede Hoop’. Aan alle Rhodes-gezinde Afrikaanders. Karel Klein van hart. een voorval uit de Johannesburgse opstand). Aan mijn vriend G. van H..... (toen hij tot Diaken gekozen was). Op nu! Op nu, Afrikaanders! Een elektie-lied. De moedertaal. Afscheidsgroet aan ‘Onze Jan’ bij zijn vertrek naar Engeland, 21 Junie 1909. Die kleur van die Engelse vlag (zoals een oude Boer dit gezien het). Wat de razende reformers deden toen de nood aan de man kwam. Treurzang Op de dood van onze geliefde Jan. Nagalm. geschreven na de teraardebestelling van ‘Onze Jan’. Die leugenschool. Onze taal. antwoord op ‘A study in heredity’; zie Cape Argus 28-10-1891. Aan de heer J.P. de Wet. bij zijn aftreden uit de Civiele Dienst in het jaar 1878. Hoe die Engelse taal in die wereld gekomen is. (naar een oud grapje, omdat onze taal zo dikwels een ‘kombuistaal’ wordt genoemd). Bij mijn 58ste verjaardag. Een snuifje voor de groot-bek.... in Transvaal. (Liedje). ‘De Star’. (Toen dat laster-blad door de Transvaalse Regering voor een tijd werd geschorst). Aan mijn vriend E.W.A. (op zijn vijftigste verjaardag). Na dat Engeland zijn zin gekregen had. Die influenza plaag. Een ware gebeurtenis. F. du Rand. (Ter dood gebracht op 5 April 1902 door de Engelsen in de Vrijheidsoorlog; geschreven bij het zien van zijn portret). Waar het Jingovolk zijn geregtigheid vandaan heeft gekregen. Op het koperen bruiloftsfeest van mijn vriend J.v.H. Na de vrede gesloten was in 1902. Wie zal zijn plaats bekleden? (Aan de nagedachtenis van Onze Jan). Oom Piet M ..... s met zijn snuifdozen. (Op verzoek) Een vrouwetong. Op de dood van Piet. (Onze hoenderhaan). Toast. (Bij de huweliksvereniging van de jongeheer Kraan met mejuffrouw Pronk.) Aan de heer en mevrouw Kraan. (Bij de geboorte van hun tweede spruitje, een dochtertje). Afscheidsgroet bij het verlaten van de oude vergaderzaal van de Rederijkerskamer ‘Aurora’. (De kamer kon zich verheugen 20 jaar te hebben bestaan in Kaapstad.)