Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel B(1918)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Hoe die Engelse taal in die wereld gekomen is. (naar een oud grapje, omdat onze taal zo dikwels een ‘kombuistaal’ wordt genoemd). Toen die Duivel, altijd bezig, Eens een uurtjie ledig had En hij, rustend van zijn streke Peinzend in zijn helstoel zat, Kwam die plan in zijn gedagte Om een nieuwe taal te brouw, Die voorzeker bij de mense Strijd en twist verwekken zou. [pagina 90] [p. 90] Want jul weet moes, twist en ruzie Geef die Duivel steeds pleizier, Daarom riep hij tot zijn knegte ‘Breng een grote kookpot hier! ‘En begin die vuur te stoken, Net zoo vinnig als jul kan, Want ik gaan een kostje koken Voor mijn vriend, de Engelsman!’ Daarop nam hij d' oude tale, Een voor een uit zijne kas, Vroeg niet, wie er nog van deugde, Of alreeds versleten was. Wierp die in die pot te zamen, En begon toen goed te roer, Net zolang, totdat dit borrel, En wou o'erkook op die vloer. Toen begon hij met een schuimspaan Al die vuil en al die schuim, Wat naar boventoe gekook was, Met een glimlach, weg te ruim. Uit die brouwsel het die Duivel Toen gemaak die schone taal! Waar zoals jul weet mijn vriende, Nou die Engelsman mee praal. Daarom, als jul met die woorde Die, schoon zul verschillend spel Tog in d' uitspraak eenders klinken, Soms een Engelsman gaat kwel, Zal hij, uit gebrek aan antwoord Kwaad gaan word, en jou vertel, Wijl hij als een kreef zo rooi word ‘Oh you stupid, go to H .... l!’ Vorige Volgende