Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel B(1918)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] De hoop. Destijds geschreven voor het maandblad ‘De Goede Hoop’. (nog niet verschenen). 't Is de Hoop, die hier ons mensen Op de droeve levensbaan, Trots de zorgen, strijd en kommer, Doet blijmoedig voorwaarts gaan. Als de Hoop ons gaat verlaten Neemt zij ook 't geloven mee, En wij dwalen dan als 't scheepje Zonder roer, op d' open zee. Gave God, dat nooit de Hope Ons door 't leven hier verlaat, Voor de baan is afgelopen En ons laatste uurtje slaat. Want zolang wij hier beneden Dwalend, zoekend, voorwaarts gaan, Geeft zij ook de moede Pelgrim, Krachten om weer voort te gaan. Houdt haar vast dan in uw harten Zoekt haar gids aan 's Hemels boog, Maar verlies haar, wat u treffe, Mens, toch nimmer uit het oog. Leert zij ons niet te volharden, Spoort z' ons niet tot worstlen aan? Trots de stenen en de doornen Die op onze reisweg staan. [pagina 2] [p. 2] Had Columbus zonder hope, Over d' ongemeten zee'n, Ooit de wilde, woeste stranden Van Amerika betreên? Leidde in het grijs verleden Ook de ster der Hope niet Vader Riebeek naar onz' kusten Toen hij Nederland verliet? Zag hij niet haar licht verrijzen, Over Tafelberg zijn top, Met zijn wachters aan zijn zijden Duivelsberg en Leeuwekop? Heeft hij niet bij vast geloven, En vertrouwend op de Hoop, Hier de Zuidpunt onzer stranden Als De Goede Hoop gedoopt? Heeft hij niet hier d' eerste eikel, Met zijn hart vol Hoop, geplant, En de eerste steen gemetseld, Van de Hoofdstad van ons Land? Drongen niet vol moed onz' vadren Door de Hoop geleid alleen, Over onbetreden bergen, En door diepe dalen heen? Was het niet de Hoop, die d' harten Van die dappren, steeds met moed Heeft bezield, door al de jaren Van hun strijd en tegenspoed? Leeft die Hoop niet nog in d' harten Van uw zonen. Afrika, Hoe het onder strijd en smarten Van dit leven, met hen ga? [pagina 3] [p. 3] Blijft niet nog de Hoop de stichters Van ons blad ‘De Goede Hoop’ Steeds bezielen, door een moeder Van ons Volk aldus gedoopt? Ga dan kindje onzer Hope, Spreid uw zaadjes langs de weg, Strooi ze over berg en dalen Plant ze onder struik en heg. Strooi het over wijde velden, Strooi het over dorre hei, Met vertrouwen en vol Hope, Op een goede oogstgetij. Mocht het op de rotslaag kwijnen, Of verschroeien langs de weg Toch zal het ook vruchtbre aarde Vinden onder struik of heg, Waar het groeien zal en bloeien En weer verder voortgeplant, Vrucht en zegen zal verspreiden, Over 't Volk in stad en land. Waar het in de harten bloeien Zal van jong zowel als oud En op onze velden groeien Als een reuzeboom in 't woud. Waar het vrucht eenmaal zal dragen, Niet alleen van zoete smaak Maar nog meer, die hier ons volkje Wijzer en ook beter maakt. Vorige Volgende