Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel B(1918)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 5] [p. 5] Ons volk. Geschreven voor, en verschenen in het eerste en enig uitgegeven nommer van het Tijdschrift ‘Ons Volk’, in Oktober 1909. Ik weet ons volk Heeft menig tolk Om moeilike zaken, Ons aangedaan Maar niet verstaan, Heel spoedig recht te maken. Maar hoe men vecht Hier voor ons recht, Is d'ene zaak gewonnen, Dan volgen meer, En wordt er weer Aan andere begonnen. 't Is op en af, Op stap en draf Moet maar het paardje lopen, De vlugge tijd Brengt immer strijd Op rust valt niet te hopen. 't Is dus geluk, Dat bij die druk, Wij ons zo kunnen weren. En in de kamp, Bij elke ramp, Geen strijders ons mankeren. De ‘Goede Hoop’ Heeft in zijn loop, Van dat het is begonnen. In menig strijd, Trots veler spijt, Veel lauw'ren al gewonnen. [pagina 6] [p. 6] De ‘Unie’ mee, Als nommer twee In 't strijdperk opgetreden, Heeft voor onz' taal Met zegepraal, Ook dapper meegestreden. Nu treedt ‘Ons Volk’, Als derde tolk Ook op voor onze rechten, Om, waar het kan, Van nu af an Voor volk en taal te vechten. Wees welkom dan, Gij derde man, Toon u een medestrijder Als voorspoed wacht, Maar komt de nacht Dan ook als medelijder. Wees ons een lamp, Die vrij van damp, Zijn licht ook daar gaat spreiden, Waar 't donker is, En duisternis Ons van de weg mag leiden. Wees voor ons volk Een waarheids tolk, Geen vleier van zijn zonden, Waar 't kwaad zich toont, En waarheid hoont, Daar moet ge 't luid verkonden Maar waar men wreed Ons recht vertreedt, Of goede naam mag honen, Laat daar geen vrees, Uw toevlucht wees', Of reden van verschonen. [pagina 7] [p. 7] Strijd drietal saam Dus in de naam Van volk en taal met gratie, Dan vrees ik niet, Wat ook geschied', Voor d' opkomst onzer Natie. Waar Eendracht woont, En liefde troont, Speelt tweedracht nooit die basie, Maar heerst de kracht Die 't nageslacht Maakt tot een grote Natie. Vorige Volgende