Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel B
(1918)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend
[pagina 130]
| |
Afscheidsgroet
| |
[pagina 131]
| |
Maar toch, hoe fel, hoe heet de strijd,
Het brak toch nooit de band
En 't wekte nimmer haat of nijd,
Noch liet het afgunst na of spijt,
Maar na de afloop, als altijd
Gaf men elkaar de hand.
Wij streden immers voor de taal,
Onz' dierb're moedertaal,
Door elk goed Afrikaanse kind
Zo hoog geacht, zo zeer bemind;
Dat niet slechts Engels is gezind
En van zijn volk verdwaal.
Aurora heeft ons saam vergaard
Elf jaren nu geleen,
En wat de tijd ons heeft gebaard
En wat veranderde op deez' aard,
Wij bleven om haar heen geschaard
Wij bleven voor haar één.
En lang nog, lang besta die band,
Het ga van kind tot kind,
Het snoer' nog menig hart en hand,
Het hoed' Aurora lang voor schand
En make iedere zoon van 't land
Nog eens Aurora's vrind.
Vaarwel! vaarwel dan oude huis!
Wat wiss'len moog' op aard,
Hetzij gij spoedig valt tot gruis
Of wordt herschapen in een kluis
Waarin geen rat meer woont noch muis,
‘Aurora’ blijft gij waard.
Ook u, o onvergeetbre zaal
Wijd ik een afscheidswoord,
Wie denkt niet aan het gul onthaal,
Genoten hier zo menigmaal
En aan der dichteren schone taal
Zo vaak in u gehoord.
| |
[pagina 132]
| |
Ik weet gewis in dit vaarwel
Deelt zeker iedereen,
Die houdt van 't vrolik kaartespel,
Hetzij hij met Pandoer zich kwel',
Of wel volteertGa naar voetnoot*) met Boer en Nel,
't Vaarwel klinkt algemeen.
Ook onze brave President,
Die oude kameraad,
Voor ons een gans onmisb're vent,
Door elk geacht wie hem maar kent
Aan wie wij allen zijn gewend,
Die ook dit huis verlaat;
Hem ook zij onze dank gebracht
Voor al de vriend'likheid,
Genoten hier zo dag aan dag;
Het leven word' hem nimmer nacht,
Maar dat hem vreugd en zegen wacht
Waar 't lot hem ook al leidt.
Dat hij en wij vereend van zin
Nog lange tijd te zaam
Verbonden door de vriendschapsmin.
Verenigd werken tot gewin,
Als kind'ren van een huisgezin
Dat draagt Aurora's naam.
Ja, lang nog, lang besta die band,
Het ga van kind tot kind,
Het snoer' nog menig hart en hand,
Het hoed' ‘Aurora’ lang voor schand
En make iedere zoon van 't land
Nog eens ‘Aurora's’ vrind!
|
|