Nationale en Afrikaanse gedigte in Kaaps-Hollands. Bundel B(1918)–Melt Brink– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Toast. (Bij de huweliksvereniging van de jongeheer Kraan met mejuffrouw Pronk.) Kom vrienden, saam met mij Het glas omhoog geheven, Wij wensen aan dit paar Een lang gelukkig leven. Een leven vrij van strijd, Of hoe men 't ook mag noemen, Een leven rijk aan vreugd En schone levensbloemen. Waarin de zon steeds schijnt En nimmer stormen loeien En uit des levens bron Slechts melk en honig vloeien. Zodat aan 't eind der baan Bei, nog van harte jonk, Zij trots is op haar Kraan Hij dito op zijn Pronk. Vorige Volgende