| |
Oom Piet M ..... s met zijn snuifdozen.
(Op verzoek)
Oom Pieter is een goeie man,
Waarom dit te verzwijgen?
Al zoek jij heel de wereld door,
Als boesmans naar een bok zijn spoor,
Jij zal geen beter krijgen.
Hij wordt bemind door klein en groot
Een elk noemt hem ‘Oom Pieter’,
Hij danst met jou, en zingt met mij,
Is daarom vroom en goed daarbij,
En toch geen Carmelieter.
Door al de dames die ik ken,
Wordt hij bemind, geprezen,
Zij zeggen: ‘Waar Oom Piet ontbreek,
Daar luistert niemand naar de preek,
En kan geen pret ook wezen.’
Oom Pieter houdt van snuiven veel,
Hij zegt, ‘het is zo lekker,
Temeer voor hem die slap'rig is,
Is dit, hij weet het mos gewis,
| |
| |
Hij 's steeds gewapend, waar hij gaat,
Een houdt hij voor de dames klaar,
En d' andre is voor mannen maar,
De dames-doos is van een schelp
En sluit zich met een knippie,
En neemt een dame een snuifje 'r uit,
Dan maakt zij eerst een raar geluid,
En niest dan in een wippie.
Van zilver is de doos gemaakt
Waaruit de mannen snuiven,
En zijn hun neuzen vol gestop,
Dan ziet men 't weder uit hun kop,
Als fijne stofjes stuiven.
Want Oom zijn snuif is vreeslik sterk
En prikt de hersen-schalen,
Atjika!... hier, atjika daar!
Van al de snuivers door elkaar,
Hoort men gestaag herhalen.
Maar toch, hoezeer men proest en niest,
Is toch Oom Pieter met zijn doos,
Hun hartewens, hun grootste troos,
Van d' Kaap, tot in het ver Transvaal,
Hoort men Oom Pieter roemen,
Als een mocht zeggen, ‘'k ken hem niet’,
Dan hoeft men enkel maar Oom Piet
Met z'n knippie-doos te noemen.
Het nieuws ter oor gekomen,
Die dikwels door de hele nacht
Met droef gezucht en naar geklacht
Van Oom Piet z'n doosie dromen.
| |
| |
Twee lieve weeuwtjes, noem ze maar
Zien steeds elkander nijdig aan,
En storten menig droeve traan
Net om Oom Piet zijn doosie.
Oom kan dus heel tevreden zijn,
Zijn naam zal nimmer sterven!
Als hij maar net zijn dozental,
Bij 't heengaan uit dit aardse dal,
Aan een van hen laat erven.
Laat Frankrijk zijn Napoleon,
Wij zullen, wat er ook verga,
In ons geliefd Zuid-Afrika
Op onz' Oom Pieter roemen!
|
|