Het vogeljaar(1904)–Jac. P. Thijsse– Auteursrecht onbekendNederlandsche vogels in hun leven geschetst Inhoudsopgave Inleiding. Register. I. De musschen. II. De meezen. De boomkruiper. De goudhaantjes. De winterkoning. De boomklever. De roodborst. Het heggemuschje. Kraaien en hun familie. Spreeuwen. De spechten. De lijsters. De vinken. De weidevogels. De ooievaar. Leeuweriken, piepers en kwikstaartjes. De echte zangers. De nachtegalen-groep. De rietzangers. Gorzen. De koekoek. Zwaluwen en vliegenvangers. De gierzwaluw. Het ijsvogeltje. De nachtzwaluw. De griel. De kneu. De tapuit. Het paapje. De wielewaal. De grauwe klauwier. De kruisbekken. Waterhoentjes. De meerkoet. De fuut. Sterntjes en meeuwen. De duiven. Uilen. Sperwers en valken De kiekendieven. Zeldzame broeders. Reigers en aalscholven. In 't Naardermeer. De jachtdieren. Najaarstrek en wintergasten. Het vogeljaar. Systematisch overzicht van de vogels van Nederland.