De boomkruiper.
De boomkruiper is het muisachtige vogeltje, dat ge 's winters in de stad wel tegen de boomstammen ziet oploopen. Het is een van de allergewoonste diertjes, maar doordat zijn rug, vleugels en staart vlekkig bruingrijs met een beetje in 't rosse geteekend zijn, merkt ge hem niet zoo spoedig op.
Indien ge u evenwel aanwent, op de vogelgeluiden te letten, dan zult ge eens zien, hoe ontzettend veel van deze diertjes in stad en park, langs weg en bosch rondsluipen over de boomen. Evenals de meezen zijn ze gewoon, hardop te denken over 't werk en als de boomzuiveringszaak maar een beetje meevalt, proclameeren zij dat dadelijk met een luid en krachtig ‘siet, siet’ (1/1), veel luider en veel langzamer en beslister dan de meezenroep.
Hoort ge dat geluid, kijk dan maar naar de boomstammen in de buurt en ge ziet het bruine schimmetje meestal schroefsgewijs de hoogte in gaan. Van tijd tot tijd houdt hij even stil, morrelt met het lange, kromme, spitse, dunne snaveltje in een schorsspleet, haalt er wat uit, roept ‘siet, siet’ en gaat dan weer verder. Uit een boom in de buurt klinkt dezelfde kreet, ja soms is een troepje van een half dozijn of meer nog aan het werk.
Nu stel ik u een moeilijke taak, want nu moet ge te weten