Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het vogeljaar (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het vogeljaar
Afbeelding van Het vogeljaarToon afbeelding van titelpagina van Het vogeljaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

plaatwerk / prentenboek
non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het vogeljaar

(1904)–Jac. P. Thijsse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Nederlandsche vogels in hun leven geschetst


Vorige Volgende
[pagina 21]
[p. 21]

De boomkruiper.

De boomkruiper is het muisachtige vogeltje, dat ge 's winters in de stad wel tegen de boomstammen ziet oploopen. Het is een van de allergewoonste diertjes, maar doordat zijn rug, vleugels en staart vlekkig bruingrijs met een beetje in 't rosse geteekend zijn, merkt ge hem niet zoo spoedig op.

Indien ge u evenwel aanwent, op de vogelgeluiden te letten, dan zult ge eens zien, hoe ontzettend veel van deze diertjes in stad en park, langs weg en bosch rondsluipen over de boomen. Evenals de meezen zijn ze gewoon, hardop te denken over 't werk en als de boomzuiveringszaak maar een beetje meevalt, proclameeren zij dat dadelijk met een luid en krachtig ‘siet, siet’ (1/1), veel luider en veel langzamer en beslister dan de meezenroep.

Hoort ge dat geluid, kijk dan maar naar de boomstammen in de buurt en ge ziet het bruine schimmetje meestal schroefsgewijs de hoogte in gaan. Van tijd tot tijd houdt hij even stil, morrelt met het lange, kromme, spitse, dunne snaveltje in een schorsspleet, haalt er wat uit, roept ‘siet, siet’ en gaat dan weer verder. Uit een boom in de buurt klinkt dezelfde kreet, ja soms is een troepje van een half dozijn of meer nog aan het werk.

Nu stel ik u een moeilijke taak, want nu moet ge te weten

[pagina 22]
[p. 22]
zien te komen, hoe die boomkruipers aan de buikzijde gekleurd zijn en hoe hun pooten en staart er uitzien. In vroeger tijd nam je daarvoor een buks of een blaasroer of een catapult, je schoot het vogeltje dood en dan kon je alles op je gemak bekijken. Tegenwoordig kan daar niets van inkomen en ik vind

illustratie
Boomkruipertje.


het ook niet prettig, om de bestoven en verkleurde opgezette beesten in een museum te raadplegen. Dus hier goed opgelet. Geprofiteerd van het winterzonnetje, stilgestaan, gewacht tot er een dichtbij komt en lukt het vandaag niet, dan lukt het toch morgen. Het is de moeite waard, om te zien, hoe rein atlaswit de veertjes aan de keel van dit vogeltje zijn, hoe precies de puntige staartveeren gelijken op die van de specht en hoe 't dier zich voortwerkt met zijn krachtige teenen, waarvan de éene, achterwaarts gericht, zoo'n flinke scherpe klauw draagt. Dit laatste zie je niet zoo gemakkelijk.

In Engeland schijnen de boomkruipertjes niet te zingen, maar bij ons hebben ze een alleraardigst liedje, dat ik van Februari tot Juli en ook weer in September en October met het grootste genoegen hoor. Het is een korte, in elkaar

[pagina 23]
[p. 23]

gedraaide, zeer heldere strophe, die tamelijk goed weergegeven wordt door de lettergrepen siet-siet, tierelierelier. Het tierelierelier duurt evenlang als het siet-siet en glijdt een kwint op en af. Het zijn rare muziektermen, die ik hier gebruik, maar ik geloof toch wel, dat ge het wijsje er door herkennen kunt en als ge het eenmaal met zekerheid gehoord hebt, dan moogt gij mij gaarne een betere beschrijving leveren. Ik heb er eerst over gedacht, om het wijsje af te beelden door twee rechte streepjes en een spiraaltje en als we allemaal alle vogelwijsjes kennen, dan zouden we wel eens kunnen probeeren ze door een soort van stenographisch figuurschrift af te beelden.

Dan wordt het boomkruiperliedje zoo: -- -- illustratie

Nesten uithalen mag ook niet meer, maar nesten zoeken wel. Dat van den boomkruiper vindt ge in holten; 't is een groot nest, een opeenhooping van takjes en rommel, maar van binnen heel fijn en zacht bekleed. De eieren lijken verbazend veel op die van meezen. Ook deze boomkruiper begint gebrek te krijgen, aan behoorlijke holten, om er zijn nest te maken, nu zooveel oude bosschen vallen en men overal zieke en holle boomen tijdig opruimt. Gelukkig heeft hij nu hier en daar ontdekt, wat de musschen en spreeuwen al sedert lang weten, n.l. dat een vogel onder de dakpannen veilig kan huizen. In nestkastjes heb ik hem nog niet gehad. Dat hij 's winters graag rondzwerft in gezelschap van meezen en boomklevers heb ik in 't vorig hoofdstuk al verteld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken