kiekendief op den grond ziet staan, of een sperwer of zelfs een torenvalk op hun boomtak, dan is de loop meestal zeer duidelijk te zien, de buizerd echter zit meest met verborgen voeten. 't Meest zijn ze bruin, soms zoo goed als effen, de staart echter met dwarsbanden. Ook treden donkere vlekken over 't heele lichaam op en de onderzijde is soms heel licht gekleurd, maar dan toch altijd weer met donkere lengtevlekken.
In de laatste jaren zie ik den buizerd lang zoo dikwijls niet meer als vroeger en ik vrees, dat wij hem thans wel tot onze zeer zeldzame broedvogels moeten rekenen. Hij maakt zijn nest zoowel in de boomen als op den grond; een groot nest, dikwijls ook met levende takken erin en met drie of vier blauwachtig witte eieren, soms ongevlekt, maar meest met rosse en bruine vlekken. De buizerd geniet nog al een tamelijk goede reputatie als muizenvanger, maar dat neemt niet weg, dat hij in West-Europa overal gaandeweg wordt uitgeroeid.
Een andere groote roofvogel, die soms in ons land broedt beoosten de Vecht of bezuiden de Maas, is de Wespendief. Hij is ongeveer even groot als de buizerd, maar ietwat slanker, ofschoon zijn pooten ook alweer tamelijk kort zijns. Als je den vogel in de hand kunt krijgen, dan is hij dadelijk wel te herkennen aan de korte, harde veertjes van voorhoofd en teugel, die wel wat op schubjes lijken. De staart heeft doorgaans vier donkere dwarsbanden, drie dicht bij elkaar aan 't begin, éen breede apart aan 't eind. De buizerd heeft meer dan een dozijn van die donkere dwarsstrepen.
Het is uiterst jammer, dat deze interessante vogel zoo zeldzaam is. In Engeland heeft men hem uitgeroeid, voornamelijk ter wille van de groote, prachtige eieren, de mooiste roofvogeleieren, die er bestaan, groot, prachtig gerond, met een lichte grondkleur en zeer stoute, diep bruine vlekken. Ze waren ten laatste zoo prijzig, dat ze met recht gouden eieren mochten heeten, en men heeft toen dan ook de kip, die ze legde, ten slotte gedood.