roodborst. 's Winters komt hij op de voederplaats, even goed als de musschen, ofschoon hij zich niet gaarne beweegt te midden van dat woelige, luidruchtige en onbeschofte gespuis. Daarom komt hij liever wat vroeger in den morgen of laat in den avond, want de musschen zelf zijn 's winters echte langslapers. Als ik op wintermorgens naar mijn trein stap, even na half acht, dan zijn er nog maar weinig musschen op de been, maar 't heggemuschje beweegt zich al vlijtig met vlugge kleine stapjes en sprongetjes op 't voederplekje, onophoudelijk in den grond pikkend; de allerkleinste hapjes zijn hem welkom. Tegelijk loopen ook de vinken reeds als schimmetjes tusschen de beuken en de roodborst springt op uit 't pad, waar ik hem door zijn aardkleurigen rug niet had opgemerkt.
Het heggemuschje heeft de gewoonte van onder het rondloopen telkens heel even en bliksemsnel zijn vleugeltjes uit te slaan. In Februari en Maart als ze gaan paren, dan vertoonen ze die beweging veel vaker en levendiger, daar komen ook danspasjes bij en dat kan er dan heel kluchtig uitzien.
Met 't bouwen van hun nest zijn ze ook heel geheimzinnig en vlug. Twee jaar geleden hadden ze een nest gebouwd in een klimophekje vlak voor mijn studeerkamer op de drukste plek van het erf, drie meter van de voordeur af, vlak aan den tuiningang en slechts een meter boven den beganen grond. We merkten 't pas toen er al jongen waren en de ouden dus wel den heelen dag moesten af en aan vliegen om hun kroost te voeden. Dat was in 't begin van April, de vogeltjes waren dus voòr half Maart al aan 't bouwen van hun nestje begonnen. Geen wonder dus, dat ze een beschut plekje kiezen; heel graag bouwen ze in thuja's, cypressen, taxus, buksboompjes, dichte sparretjes en ook wel in houtmijten en dichte hagen. Het nest is mooi compact, met veel groen mos ingewerkt tusschen takjes en sprietjes; de binnenkant gevoerd met pluisjes, haar of veertjes. De eitjes zijn mooi blauw met een trekje in groenachtig.