De kweelende godin, of de zingende leyster(1750)–Anoniem Kweelende godin, of de zingende leyster, De– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Aan de Zangbeminnende Liefhebbers, De kweelende godin, of de zingende leyster. Zijnde vervuld met de Nieuwste en aangenaamste Gezangen die hedendaags gezongen worden, alle op zoete en bekende Voyzen. De Verliefde Minnares. Zamen-spraak, tusschen een Minnaar en een Dronkaard. Tegen-zang. Mey- en Zomer-Lied. Van een Dienstmeyd die by haar Juffrouw in de Kraam is gekomen. Zomer-Lied. Van het gevangen nemen van de Valsche Munters. De Nieuwe Haagze Jaag-Schuyt. Harders-zang, tusschen den Harder Damon en de Harderin Philida. Aardige Vryagie, tussen een Oost-Indies-vaarder en een Meysje van pleyzier. Herders Vryagie. Aardige klugt van een Jonge Dogter van pleyzier, en een Venus-Jonker. Boere Vryagie, tussen Krelis van Breukelen, en Kniertje van Maarssen. Van een Barbier, die hem voor Dienst-meyd verhuurde by een Juffrouw. Het vermakelijk Konkelpotje. Zamen-spraak tussen Moeder en Dogter, over den Hywelyken-staat. Vermakelyke Klugt, van drie Tabakspinders en drie Tabaks-meysjes, die zamen uyt varen zijn geweest. Een Nieuw klugtig Lied, geschied tot Antwerpen van een Quezel, en een Houte Man. Lof der Slee en Schaats-ryders. Een vermakelyke Vryagie, tussen een Jonkman en een Jonge Dogter. Zamen-spraak tussen een Jonkman en een Meysje, buyten Batavia. Liefden-zang. Hedendaagze Liefde. De Trouw-veragter. Tegen-zang. Blindemans Vryagie. De Nieuwe Modeze Haagze Lotery. Bruylofts-gezang. Eenigheyd baard Armoede. Tegen-zang. Eenigheyd baard Vreugde. Bruyds-Bloosjes. Drink-lied. Drink-lied. Drink-lied. Drink-lied. Drink-lied. Drink-lied. Drink-lied. Een Bedroefde Minnaars-klagt, over de wreedheyd van zijn Liefje: maar in alle droefheyd troost hy hem zelven met Bachus-traanen. Vryagie tussen Krelis en Klaartje. Een nieuw Lied, van een Huysman en zijn Dogter. Een Zamenspraak tussen een Herder en Herderin. Mamaatje-lief. Een Hengelaars-Lied. De klagende Minnaar, over de wreedheyd van zijn Silvia. Rouw-klagt, van een welbekende Boer alhier uyt deze Stad, die tot zijn leedwezen aan een Haagze Juffrouw is getrouwt. De vrolyke Minnaar, pryzende de schoonheyd van zijn Lief. Een aardig Trouw-geval, van een welbekende Jonkman en Jonge Dogter. Lof van de jassen. Of de zogenaamde Palt-rokken. Lof der Jassen. Geen dragt, zo hoog ten toppunt streeft, Als ’t nut, dat ons de Jassen geeft. Vrijsters-klagt, over het verlaten van haar Minnaar. Register.