De kweelende godin, of de zingende leyster
(1750)–Anoniem Kweelende godin, of de zingende leyster, De– AuteursrechtvrijStem: de Stokke-dans.
Komt hier by Bachus Knegten,
En wild als Helden vegten,
Kom beget, ey kom, kom, kom,
Hier slaat alweer de Trom,
Klok, klok, klok, als een Romijn,
Klok, klok, klok, het woord is Wijn,
Klok, klok, klok, alwaar ’t een Stoop,
Klok klok, ‘k geef in ’t minst geen koop.
De Wijn die moet me plengen,
Ik zal het u eens brengen,
Hy al weder, klok, klok, klink,
En op Commando drink,
| |
[pagina 64]
| |
Laat maar loope, zo dat ’s trant,
Nu de Glazen in de Hand,
Kruyd en lood dat geld hier niet,
Maar Druyven-vogt, za giet, giet, giet.
Nu nog een-maal allarrem,
En houw de baan zaam warrem,
Klok, dat’s een, dat’s twee, dat’s dry,
De Wijn die maakt ons bly,
Spring met Bachus om het Vat,
Klok, klok, klok, elk mind het Nat,
Lang leeft zulk een Capiteyn,
Klok, klok, en wild gehoorzaam zijn.
|
|