Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 5(1910)–G. Kalff– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Boek V. De Literatuur tijdens de Republiek der Vereenigde Nederlanden. [I. Hooggetij en vallend getij] Het Proza. Inleiding. I. Reisverhalen. Pamfletten. Willem Meerman. Paschier de Fyne. De Staten-bijbel. Predikkunst. Leeghwater (1575-c. 1650). Joan de Brune (1589-1658). II. Reisverhalen. Pamfletten. Preeken. Geeraerdt Brandt. Jan de Brune de Jonge. Vertalingen en navolgingen van buitenlandsch proza. Drama en Tooneel. Het Ernstig Drama. Inleiding. Het Eerste Geslacht. Rederijkers-spelen. Herckmans. Bor. Van der Wael. Smit. Tonnis. Van Mildert. Wassenburgh. Van Velden. Van Zonhoven. Van Hogendorp. Mostart. Suffridus Sixtinus. Het Tweede Geslacht. Navolgers van Hooft, Breero, Rodenburg: Van der Eembd, Coleveldt, Duirkant, Questiers, Le Febure, Krul, Beets, Van Dorsten, Biens, Van Swol. Het nieuw-klassiek treurspel: Bodecher Benningh, Kemp, Codde, Nootmans. Overgang tusschen het nieuw-klassiek treurspel en de tragi-comedie: Moor, Van Arp, Coleveldt, Struys, Voscuyl. Historische en Gelegenheidsstukken. Het Derde Geslacht. Het nieuw-klassiek drama: Jan Six, Michaëlius, Van den Bergh, Heemskerk, Oudaen, Anslo, Dullaert, B. Vollenhove, Van Bos, Van Paffenrode. Jan Vos. Brandt. Asselyn. Van Zeeryp. Van (den) Bos. Serwouters. Zoet. Hoogstraten. Kok. Baron. Schippers. Bontius. Besteben e.a. Het Vierde Geslacht. Tooneelstukken ‘met konst- en vliegwercken’. De werken van het Genootschap Nil Volentibus Arduum (Het Fransch-klassieke treurspel) en zijne tegenstanders. Het nieuw-klassiek treurspel. Het zinnespel. Blij-eindende en andere treurspelen of tragi-comediën. Historische en Gelegenheids-stukken. Het herdersspel. De Opera. Het Komisch Drama. Inleiding. Het Eerste Geslacht. G.H. van Breughel. De Gewillige Hoorendrager. C. Biestkens. J. Franssoon. Klucht van de Feyl. W.D. Hooft. G.C. van Santen. Van een Boer in een Calfs-vel. A. van Mildert. Van Tryn van Hamburg. Het Tweede Geslacht. A. Bormeester, H. van der Muyr, J. van Arp. Jelis Nooseman. Kluchten van De Qua Grieten, Hontghe bijt my niet. J.H. Krul. Comedie van Ardelia en Flavioos Vryagie. Mathys Kueser, M.G. Tengnagel. Phantasia. G. Duirkant, B. Fonteyn. Commedy van den Baillioot. Het Derde Geslacht. Vertalingen uit het Engelsch, Duitsch, Spaansch en Fransch. J. van Breen, A. Boelens, M.W. de Jonge, J. Kemp, J. van Dalen, J. Bara, J. Six, M. Fokkens, J. van Paffenrode, Isaac Vos, J. Zoet, M. Gramsbergen, W. van Bruyningen, J. Vos, J. Wissingh, J. van Tongeren, J. Lemmers, P. Elzevier, H. Verbiest, J. Klaerbout, A. van Steyn, M. Waltes, Gelasius Aleximomus. Thomas Asselyn (c. 1620-1701). Het Vierde Geslacht. Vertalingen van Plautus. Vertalingen uit het Fransch (Molière). Bewerkingen van vroeger gebruikte motieven (Pluimer. Soolmans. Lingelbach. Bogaert). Invloed van Breero en Asselyn (van Halmael). Van Bulderen. ‘Nil Volentibus’. Benjamin. Luydens. Van Haps. De Mol. Du Moulin. Van der Hoeven. Angelkot. Pieter Bernagie. Vaste Komische Personages. Het zedelijk gehalte van Klucht en Blijspel. Het Tooneel. De Opvoering. Het Schouwburgpubliek. De Tooneelspelers. De Opvoering. Het publiek. De Tooneelspelers. Poëtiek. De Literatuur in het maatschappelijk en huiselijk leven. Critiek en Polemiek. Kiemen van Literatuurgeschiedenis. 1. Poëtiek. 2. De literatuur in het maatschappelijk en huiselijk leven. 3. Critiek en Polemiek. Kiemen van Literatuurgeschiedenis. Literatuur en Tooneel in Zuid-Nederland. I. Anti-hervormde literatuur. Richard Verstegen. Geschriften tot opbouw van het R.K. geloof. Justus de Harduyn. Boetius à Bolswert. Het drama. Wereldlijke literatuur. Joan IJsermans. Claude de Clerck. Het drama (Nieuwelandt, Van den Brande, De Coninck). II. Wereldlijke en geestelijke lyriek (Daniël Bellemans). Lambrecht. Cosijns. De Swaen. Het Drama (Ogier; Zeebots; Peys; De Bie). Het overig ernstig en komisch drama (de gebroeders De Grieck; de gebroeders Wils; Wouthers; Van den Brandt; de auteur van De Menschwordingh van het eeuwige woort). De Achttiende Eeuw (Het Eerste en Het Tweede Geslacht). [II.] Ebbe en wassend getij. Inleiding. Het Eerste en Het Tweede Geslacht. Het Eerste Geslacht. Nabloeiers der 17de eeuw en dichtgenootschappers. Poot. Langendijk. Zeeus. Schermer. Bruin. Hoogvliet. Feitama. Swanenburg. Pook. Campo Weyerman. Overige wereldlijke en stichtelijke poëzie. Hubert Korneliszoon Poot (1689-1733). Pieter Langendijk (1683-1756). Het Tweede Geslacht. Dichtgenootschappers. Godsdienstig gemoedsleven in de poëzie. De van Harens. Het Drama. 1. Het Ernstig Drama. 2. Het Komisch Drama. Het Proza. Justus van Effen. Voorboden van nieuw leven. Alphabetisch Register.