De nieuwe vermeerderde Groenlantse walvisch-vanghst, ofte Amsterdamse Y-stroom(1719)–Anoniem Nieuwe vermeerderde Groenlantse walvisch-vanghst, ofte Amsterdamse Y-stroom, De– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Van de Walvis-vangst. Een vermakelijke Vryagie, voor gevallen tusschen een Haegs Edelman, een Scheveningse Visdame. Een Nieuw Liedt, van de Zee-slag gedaen in ’t Canael, tusschen de Hollanders ende de Fransche Oorlogs-schepen op den 10. July, 1690. Een t’Samen-spraeck, tusschen een Iongman en een jonge Dochter. Een Nieuwe en vermaeckelijcke Vryagie tusschen Melis en Neeltje. Klaegh-Liedt van een Oost-Indies-vaerder. Een Nieuw vermakelijck Liedeken, Een Boere Kermis Liedt. Een Nieuwe Schoone Minneklaght. Een Nieuw Liedt van een Dronke Bootgesels Begraeffenis. Een Nieuw Cryagie Liedt van een Iongman en een Dochter. Een Nieuw vermakelijck Liedt van een Vryer en een Vryster. Een t’Samen-spraeck, tusschen een Iongman en een jonge Dochter. t’Samen-spraeck, tusschen een Moeder en haer Dogter, Vermakelyk Af-scheyt Lied, van eenen Ruyter ende zijn Alderliefste. Een Beklagh Liedeken, van een Minnaer die sijn Lief bevrucht was van een ander als sy Trou van hem had gekregen, Het beklag van Ian Droogbloet. Liefdens-klacht, aen de schoone Isabelle. Engelands Tranen, en Rouw-klachten over de dood van Maria Stuart, Koninginne van Grootbrittanje: Oud 32 jaren 7 maenden, en 26 dagen: Is geboren den 10 May 1662. Met Koning William getrout den 14 Maert 1678. Tot Koningin geproclameert den 23 February 1689. Den 21 April gekroont: En dan 7. Ianuary, 1695 Overleden. Een Nieuw Beklag Liedt van een Minnaer over zijn Alderliefste. Een Nieuw Af-scheyd Lied van een Ionckman van sijn Alderliefste, na Oost-Indien, Beklaegh-Liedt van een Vryster: over de dood van haer Minnaer, die nu in de Slag is gebleven, waer van sy nu noch eenen jongen Soon tot gedachtenis van hem heeft gekregen. Een nieuw Lof-lied, gemaeckt ter eeren het Graefschap van Holland, waer in besloten zijn 31 Steden. Een Nieuw vermaekelijk Kermis-Lied, hoe dat een yder socht Kermis te houden, al moet den een sijn Rok, en d’ander sijn Hembd en Bed by Ian-Oom te pand te brengen. Een Nieuw Liedeken, van een Minnaer, en sijn Alderliefste, Het droevig Beklag van den Herder Piramus, die door liefde om zijn Herderinne Tisbe, zich zelve doorsteken heeft, en hoe dat de Herderinne Tisbe hem dood vind legge, en haer nevens sijn zijde met sijn degen ook het leven benam, schrijvende eerst in ‘t zant: Hier leyd Herder en Herderin, Gestorven door de min. Een vermakelijcke klugt van een Dogter die haer selven in ‘t Spinhuis voor pleysier moet vermaken, en hoe sy door een Iongman wort verlost. t’Samen-spraeck, tusschen Tyt en Amourant. Een Oud Minnaars Liedeken: Een t’Samen-spraek, tusschen een Iongman en een Dochter. Een Nieuw Liedeken, van ‘t Honing Bijtje, t’Samen-spraak tussen een Iongmen en een Dogter, Een Vermakelijck Klucht van drie Maagden binnen de Stad van Gent die dienst hebben genomen voor Soldaat en hoe wonderlijk dat sy zijn gevaren, sult gy hooren in dit Lied. Het droevigh Beklagh van een Minnaar, wegens ‘t afschrijven van sijn Lief, Een vermaekelijk Herders Lied. Een t’Samen-spraek, tusschen een Iongman en een jonge Dochter, binnen de Stad Meurs, Een Nieuw aerdig Lied, van een Iongman en een Ionge Dochter. Een Nieuw Herders Liedt, Een oud Liedeken van een Maeyer ende een Vrieseman. Tegen-sangh van Ioosje om te trouwen, Een Nieuwe Lied, van een Oostindies-vaarder, die nu is t’huis gekomen hoe hy is gevaren in Oost-Indien met een Hollands Vrouwtje, Een Nieuw Lied, van een Iongman die na de Straat ging varen, en hoe dat hy sijn afscheyd van sijn Vryster nam: Een Beklaegh-Liedt, van een Iongman, over sijn ongeval. Een kluchtige Vryagie, tusschen een Ionge Dochter ende een Oud Man. Een Droom-Lied, van een Minnaar, als of hy het Roosje van zijn Liefste geplukt hadde. Een aardig Liedt van drie woelende Gasten, en hoe zy van Rotterdam tot Amsterdam quamen. Een Nieuw vermakelijcke Liedeken, Kluchtig Lied, van een Boer die twintig Ducaten te veel had, en hoe hy die een Molenaers vrou woude late verdienen. Matroos-Lied. Een Nieu Liedeken, van ‘t onnosel Hansken, hoe dat ‘t eens heeft gekogt een Gansken, Een kluchtig Liedeken, van goetheyt van een goede en eenvoudige Vrouwe tot haren overledenen Man. Een nieu Amoureus Liedt, van de soete Somer tijd. Van een Minnaar, die dit Vers op hem selven heeft gemaakt, Register.