Nagelaten gedichten(1943)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Verzen (1899-1912) O God, ik heb den geur der vlieren... Een zelfde droom die wies... O Gij, wier vreez'ge zorg... Ik hadde, o gij die toe me staart... Ik heb de heemlen vol gezien Ach neen, 't en is de troost nog niet In lage leêgte neêr-geleid De zon staat al den over-kant... Ik heb een menigvuld'ge vacht... Toen ik de reize heb aanvaard... O van 't ongerept ontroeren... Ik adem bij de goden... Ik dorst uw roerloosheid te naêdren... Anijs, anijs, o plots gerezen... o Schaemle liefde-vlam... Ter loome zee... Regen, regen in den tuin... Liederen voor een kind (1911-1912) Gij wast aan mij gelijk de winde... Gij, die ik zoet te slapen leide... Gij die, waar 'k iedren ochtend ga... Gij, die weendet om mijn lijden... Waar zoude ik met mijn liefde henen... Fragmenten uit ‘Het Gelaat des Dichters’ (1910-1916) Beschouw dit grauwend aangezicht... De tuinen galmen... Oud hart, dat niet bemind en heeft... Wij, de Armen... Laat uw trage wake duren... Ik weet dat ik mijn dood bereid... Zingen, hoe de donkre wereld... Eenvoudige arbeid... Want neen: geen spijt'ge doem... Treed in 'k Hadde u gewijd... Vermits geen dag me ooit wekt... In Memoriam Jean Moréas IV O trouwe vriend... In Memoriam Jean Moréas V Zal ik rusten? Verzen (1915-1923) Ik ben het eeuwig bed... Gij draagt het gladde mom der dood... Ontmoeting met Dante 'k Zwelg in Versterven... Gij, die geen Vader wezen zult Ik doe mijn maal... Gij die ik deelzaam in mijne eeuwigheid... Nagelaten gedichten Verbeurd van alles... Ik wil geen ander heil... Verantwoording