Nagelaten gedichten
(1943)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend
[pagina 35]
| |
Oud hart, dat niet bemind en heeft...aant.Oud hart, dat niet bemind en heeft
dan als een bedelaar, die géeft
om eigen armoê te vergeten;
hoe hebt gij, strammer te elken dag,
maar vromer aan uw glimme-lach,
uw trage levens-straat gesleten!
Elke ure, meerdre deuren toe,
elke' avond pijnelijker moe,
en elken nacht wat langre wake;
wat ijlren honger in uw borst
bij iedren morge', en voor uw dorst
het zout der tranen langs uw kake...
Maar elke vogel at uw brood
die, kloeg geen enkele u zijn nood,
't genoot tot op de laatste korste;
en gij, die geen belooning zocht,
wist dat gij niet begeeren mocht
de min die klopt in menschen-borsten,
oud hart, dat niet bemind en heeft
dan als een bedelaar, die geeft
om eigen armoê te vergeten;
en voelt, ter laatste rust gestrekt,
waar geene liefde-zorge u dekt,
vergeefs uw levens-straat gesleten.
|
|