Nagelaten gedichten(1943)–Karel van de Woestijne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] O Gij, wier vreez'ge zorg... o Gij, wier vreez'ge zorg ten spiegel van mijne oogen mijn rouw of mijn betrouwen ziet; die, waar geen woorden nog om teêr uw wachten wogen, mij de ongevraagde vruchten biedt; gij, die de vrede zijt der lang-gereede zoenen vóor nog éen blik zijn bangen sprak; o lijdens-vroede troost, o vóor-bereid verzoenen waar weelde of woede of wee me brak: deze avond is de steun van al mijn nieuwe hopen; - en zie, mijn vrouw, door weide aan weî de waaiër-straal'ge vliet der gulden beken loopen naar de onbewogen-reine Lei; zie hoe ten hemel, - die van zwoele Meie-zuchten mijn slaap met nieuwen ijver kroont - het breed-gehoornde vee op goud-doorgloorde luchten zijn voor-hoofd als een lyra toont, mijn lief; - want dit is 't levens-zeker, strevend rijpen van alle zaad dat de aarde keent; mijn lieve;... - al ziet, gij die begríjpt, mijn ónbegrijpen uw oog, dat weent... Vorige Volgende