Nieuwe verzen(1909)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Voorbericht. Lentenachtstemming. De bladeren. Elvendans. Najaarslaan. Winterstilte. Avondheide. Maanlicht. Het oude huis. Julinacht. Silhouetten. De Lethe. Meimorgen. Winternevel. Melancolia. De beuken. Sneeuwval. Zomerdag. Lichtgeflikker. Jaap. Acaciaboschje. Het geitenweitje. Kastanjes. Aan een kind. Avondliedje. De pereboom. Stadsimpressie. Avondster. Met hun pooten in de vaart... Toen ik een kind was. In het hooi. Het licht dat op de daken valt. Thuiskomst. Langs de weiden. Sonnetten. De oorlog in Zuid-Afrika. [Ik ben mijn zonde moe en mijn berouw] [Mijn liefste draagt de liefde in haar oogen] [Ik weet wel, dat ik trotsch ben. Ach ik zal] [Ik wilde, dat mij God in d'eenzaamheid] [Gelijk een kind aan moeders schoot, dat wel] [Diep in mijn leven is een heiligdom] [Toen ik mijn twijfel had tot rust gebracht] [Tot den tempel, waar geen God ze noodt] [Ik droomde en zag een vrouw die sprak en liep] [Ik weet niet, of ik spreke of zwijgen zal] Dies Irae. Heb mij lief, gelijk ik ben. Bede. Bitterheid. De herdersfluit. Terugblik. Die mijns harten vrede zijt... Ik buig het hoofd en spreek...