Nieuwe verzen(1909)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Acaciaboschje. Klein, frisch plekje Groen gras in bronzen heide, Teergroen boschje Van lichte acacia's, Omringd door donker dennenhout, Hoe slaat mijn hart zoo blijde! Hoe slaat mijn hart zoo lustigjes, Zoo jolig en zoo dwaas! Bén ik een kind? Mijn jeugd moest lang voorbij zijn, Mat ik mijn ouderdom Naar mijner jaren tal. Bij grijzend haar, Hoe kan het hart zoo blij zijn Met zulk een kleinigheid, Een niets, een niemendal? [pagina 43] [p. 43] Lief, klein boschje Van jong acacialoover, Lief, blij weitje, Omringd door sombre hei! Hoe wordt mijn hart zoo stil, zoo blij, Zoo dwaas-gelukkig over Een boschje groene acacia's, Een kleine, groene wei! Vorige Volgende