Nieuwe verzen(1909)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Aan een kind. Leg je handje in mijn hand, Ik breng je naar het bloemenland, Het land, waar het hooge pijpkruid groeit En waar de witte meidoorn bloeit. Daar zijn bloemen in overvloed, Boven het hoofd en onder den voet, Met bloemen bekranst, met bloemen beladen, Zullen we door de bloemen waden, Langzaam aan, dat onze hakken Niet de stelen zouden knakken. Vorige Volgende