Nieuwe verzen(1909)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Sneeuwval. Al Dalen de vlokken, Dalen de luchtige vlokken en lokken Mijn ziel met geruischlooze vreugde in stillen, onhoorbaren val. Dicht Sneeuwt aan den hemel, Sneeuwt aan den loodgrauwen hemel gewemel Van volle, van koelblijde blankheid in feestelijk, zachtgedempt licht. Traag Reikt mijn begeeren, Reikt mijn afgunstig begeeren, te keeren In tot de sneeuwkoele, diepe, volkomene ruste omlaag. Vorige Volgende