Nieuwe verzen(1909)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] [Gelijk een kind aan moeders schoot, dat wel] Gelijk een kind aan moeders schoot, dat wel Haar zonde voelt en wel haar schuld berouwt, Oproerig soms het hoofd gebogen houdt In koppig zwijgen, tot het strafbevel Der moeder klinkt, dan heft het kindje snel De oogen op, dan spreekt het kalm en stout: ‘Dat wou ik juist’, opdat de straf beschouwd Mocht worden als een zelf gekozen spel.... Zoo stond mijn ziel in tijd van tegenspoed Voor God, maar heeft het trotsche hoofd geheven, En hoog en rustig gaande door het leven, Tot God gesproken: ‘Vader, het is goed’.... Vergeef mij, o mijn ziel, indien ik even Om zooveel dwazen trots glimlachen moet. Vorige Volgende