Gedichten(1883)–J.A. de Laet– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Aan de dichters. Een fragment. Onttoovering. Aan een meisje Dat zich op de beoefening der dichtkunst wilde toeleggen. Een traan. De vloek des pelgrims. Daniël Seghers. Aan Laura. Zelinde. Op een kerkboek. Aan een vriend. De Alpenjager. (Naar Schiller) Aan Fanny. Aan Rubens. Aan Maria. Aan eene zangerin. Het beeld des tijds. Mattheus van Bree. Aan Maria. Visscherslied. Frans Hendrik Key. Eenzaamheid. - Aan Jan van Eyck. - Aan Quinten Massys. Wiegelied. Aan mijn zoontje. Het lied van den leeuw. De twee haantjes. Aan Lenora. Het hart. [Als 't kind zijne oogen opent voor het licht] [Ik lag weleer op 't kranken leger neêr] [Nog blozen mijn wangen en gloeien mijne oogen] Drinklied. Het lied des dichters. Een paar psalmen Davids. Schicht en zeis. (Eene herinnering uit mijne kinderjaren.) Diva pax. Mijnen kunstvriende Karel Ledeganck, opgedragen. Aan Pius IX. Hymn aan de smart. (Naar Lamartine). Aan Lamartine. Het leven is liefde. (een bruiloftlied in spraakzang). België. Vaderland. Een Volkslied.