Auteur | Tekst | In | Jaar |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Leerreden over Judas vs. 14, 15. Uitgesprooken den 13 January 1793, in de Remonstrantsche Kerk te Bleiswyk, door Gererand Bruining. Veel licht verspreidende over den Brief van Judas, en over Daniël VII. Toepaslyk op onze tyden, en ingerigt om der inkruipende Atheistery te keer te gaan. Te Rotterdam by N. Brakel, 1793. In gr. 8vo. 44 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1794 | 1794 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De toestand van Neêrlands Volk met dien van Israël in de Woestyn vergeleeken, in eene Leerreden over Num. XIV:2-4. Door Gerbrand Bruining. Te Rotterdam, by J. Meyer en A. Danserweg Wz. 1795. In gr. 8vo. 24 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1795 | 1795 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De voortreffelykheid van het Leeraarambt geschetst in eene Kerkelyke Redevoering over 1 Timoth. III: vs. 1, en uitgegeven, ten dienste van Jan Scharp, door Gerbrand Bruining. Te Rotterdam, by J. Bronkhorst, enz. In gr. 8vo. 18 bl. behalven het Voorbericht van 8 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797 | 1797 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘J. Scharps redenlooze bitterheid tegen de Bestryders der Formulieren uit deszelfs Brieven over Meijer aangetoond door Gerbrand Bruining. Te Rotterdam, by J. Bronkhorst, E. van Wolfsbergen, C. van den Dries en J. van Santen, 1797. In gr. 8vo. 30 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797 | 1797 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Een nieuw gevoelen, aangaande de Grondvesting der Assyrische Heerschappy, op AEgyptische, Phaenisische, Hebreusche en andere naarigten geboud; der Geleerden voorige Stelzels onderscheidenlyk beoordeeld, en de kunstgreepen van Ctesias, met die geenen, welken het gemeene gevoelen noopens Rome's Opkomst hebben voortgebragt, vergeleeken, door Gerbrand Bruining. Te Rotterdam, by J. Meyer en A. Danserweg Wz. 1796. In gr. 8vo.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797 | 1797 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Burger B.S. Sinkel, over zynen weg der vereeniging voor alle Christenen, Roomsch en Onroomsch, vriendelyk onderhouden. Door Gerbrand Bruining, Leeraar der Remonstranten te Berkel. Te Amsterdam, by H. van Kesteren, 1797. In gr. 8vo. 20 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1798 | 1798 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Ezra de Schryver der vyf eerste en meeste andere Historische Boeken des Ouden Testaments. Vooraf gaan eenige Klagten aan het Volk van Nederland. Door Gerbrand Bruining. Te Amsterdam, by H. van Kesteren, 1797. In gr. 8vo. 60 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1798 | 1798 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Alle redelyk geloof aan God en Jesus van den blaam van zotterny vrygepleit; in een vriendelyken Brief aan Jan van der Wyck, Major by het derde Bataillon der zevende halve Brigade, enz. door Gerbrand Bruining, Remonstrantsch Gereformeerd Predikant, enz. Te Amsterdam, by M. Schalekamp, 1799. In gr. 8vo. 38 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1799 | 1799 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Algemeene Vaderlandsche Letter-oefeningen.’, ‘Verhandelingen, raakende den Natuurlijken en Geopenbaarden Godsdienst, uitgegeeven door Teyler's Godgeleerd Genootschap. XXIste Deel.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1805 | 1805 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Opwekking tot het aanbevolene Gebed voor zijne Majesteit, Koning Lodewijk Napoleon; of Leerrede over 1 Timoth. II: 1-6. Door Gerbrand Bruining. Rotterdam, C. van den Dries en Zoon. 1806. In gr. 8vo. 31 Bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1806 | 1806 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Rudimenta der Engelsche Tale, of beknopte Inleiding in de Engelsche Spraakkunst, veelal naar den Tweeden Druk van het Engelsch van N. Wanostrocht, Doctor in de Regtsgeleerdheid, door Gerbrand Bruining, Remonstrantsch Gereformeerd Predikant en Werkend Lid van het Utrechtsche Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Te Rotterdam, bij W. Locke. 1807. In 12mo. 167 bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1807 | 1807 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Ontwerp van eene volledige Geschiedenis der oude Oostersche Wereld, waarin de Bijbelsche narigten daaromtrent eindelijk eens boven alle Tijdrekenkundige Bezwaren mogen kunnen worden verheven, door middel van hunne volkomene vereffening onderling, en met de Geschiedenis van China, Egypte, Assyrie, Babylon, Tyrus, enz. Ten voordeele van het ongelukkige Leiden (Leijden) uitgegeven door Gerbrand Bruining. Te Leijden, bij Herdingh en du Mortier. 1807. In gr. 8vo. 192 Bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1808 | 1808 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Ontwerp van eene volledige Geschiedenis der oude Oostersche Wereld, waarin de Bijbelsche narigten daaromtrent eindelijk eens boven alle Tijdrekenkundige Bezwaren mogen kunnen worden verheven, door middel van hunne volkomene vereffening onderling, en met de Geschiedenis van China, Egypte, Assyrie, Babylon, Tyrus, enz. Door Gerbrand Bruining.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1808 | 1808 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Watersnood, in het begin des jaars 1809. Historiesch Dicttafereel. Te Amsteldam, bij P.J. Uylenbroek. 1809. Amstels Welkomgroet aan Zijne Majesteit den Koning, bij Hoogstdeszelfs terugkomst uit het Departement Gelderland, na den aldaar gewoed hebbenden jongsten Watersnood. Te Amsteldam, bij A. Mars. 1809. De Doorbraken en Watervloeden in de maand Januarij des jaars 1809, in dichtmaat geschetst door E.J. Mecima, Koninklijk Notaris te Vianen. Te Utrecht, bij de Wed. J. van Terveen en Zoon. 1809. Dichterlijke Uitweiding over den tegenwoordigen Watervloed en de verdere Ongevallen, die het arme Vaderland, gedurende de regering van zulken menschlievenden Koning, elk voorjaar treffen, door G. Bruining. Alom te bekomen. 1809.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1809 | 1809 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Buonaparte's Overscheping van Elba naar Frankrijk, met alle derzelver bijzonderheden en gevolgen. Door G. Bruining. Iste Stuk. In 's Gravenhage, bij J. Allart. In gr. 8vo. 113 Bl. f :-11-: Du retour de Buonaparte, par le Comte Alex de T***. La Haye, de l'imprimerie Belgique, et Amsterdam, chez la Chaux. 8vo. f 1-2-: Rapport sur l'état de la France fait au Roi dans son Conseil, par le Vicomte De Chateaubriand, &c. La Haye, de l'imprimerie Belgique, et Amsterdam, chez la Chaux. 8vo. f 1-:-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815 | 1815 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Wilhelmus van Nassouwen, in den geest van het oude Lied, toepasselijk gemaakt op de gezegende Omwenteling van 1813, door J.S. Swaan, Rector der Latijnsche Scholen te Hoorn. Te Amsterdam, bij J. ten Brink, Gsz. 1814. In gr. 8vo. 15 Bl. f :-5-8 Claudianus nostrorum temporum vates. Claudianus de Dichter onzer Eeuw. Te Amsterdam, bij P. den Hengst en Zoon. 1814. In gr. 8vo. VIII, 47 Bl. f :-12-: Oud Nederlands heugelijk herleven, of dichtmatige Schets der aanleiding tot 's Lands tegenwoordige hereeniging, en harer voordeelen, met Aanteekeningen ter opheldering en staving, door G. Bruining, en eene korte Narede van J. Scharp, S.S. Theol. Dr., Predikant te Rotterdam, enz. Te Rotterdam, bij J. Hendriksen. In kl. 4to. 30 Bl. f :-12-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1815 | 1815 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Buonaparte's Overscheping van Elba naar Frankrijk, enz. II-VIde Stuk. (Ook onder den algemeenen titel: Buonaparte's laatste Ondernemingen, en derzelver naaste Gevolgen, meestal op grond van wederzijds geleverde, en in het verhaal voorkomende oorspronkelijke stukken. Door G. Bruining. In II Deelen.) In 's Gravenhage, bij J. Allart. 1815. In gr. 8vo. Elk Stukje f :-11-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1816 | 1816 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Chr. T. Damm's Grieksche en Romeinsche Fabelkunde, naar de Nederduitsche uitgave van 1786, onder vergelijking van den tweeden druk der Latijnsche van C.F. Nagel, op nieuw bewerkt door G. Bruining. Met Platen. Te Leyden, bij A. en J. Honkoop. 1817. In kl. 8vo. 226 Bl. f 1-16-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817 | 1817 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘België, waaronder het Luxemburgsche, het Land van Luik, en de aangrenzende Fransche Vestingen en andere Bezittingen, volledig beschreven, door G. Bruining. In 's Gravenhage, bij J. Allart. 1815. 304 Bl. f 1-16-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817 | 1817 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Commentarius perpetuus in Julii Caesaris, Strabonis, Melae, Plinii, Taciti, Dionis, Ptolemaei, Zosimi, Ammiani, Eumenii, Sidonii Apollinaris, Eutropii, Gregorii Turonensis, Aimoini, aliorum - tradita de rebus Belgicis, Batavicis, Frisicis, Sicambris, aliis nonullis, quem praebet rerum illarum historia, ab antiquissimis inde temporibus, ad annum aerae Chr. 1140. - scripsit G. Gruining. Lugd. Bat. apud S. et J. Luchtmans. Oct. maj. pp. 230. f 2-6-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1821 | 1821 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Nederduitsche Synonymen, of Woorden, die elkanderen somwijlen vervangen kunnen, doch somwijlen niet, Taalkundig, en ten deele ook Etymologisch behandeld, door G. Bruining, Medeschrijver van het Nederduitsch Taalkundig Woordenboek. Iste Deel. Te Rotterdam, bij J. Immerzeel, Jun. 1820. In gr. 8vo. XXXVIII en 439 Bl. f 3-15-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1821 | 1821 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Algemeen Aardrijkskundig Woordenboek, naar de nieuwste berigten en landverdeelingen. Door G. Bruining. Isten Deels 1ste Stuk. A-C. Te Rotterdam, bij Arbon en Krap. 1821. In gr. 8vo. 406 Bl. Bij Inteekening. f 4-16-: Algemeen Aardrijkskundig Woordenboek, volgens de nie uwste slaatkundige veranderingen, en de laatste, beste en zekersteberigten. Door J. van Wijk, Roelandsz., onder medewerking van onderscheidene vaderlandsche Aardrijkskundigen. Iste Deel. A-BI. Te Dordrecht, bij J. de Vos en Comp. en J. Pluim de Jaager. 1821. In gr. 8vo. 384 Bl. Bij Inteekening. f 4-10-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822 | 1822 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Algemeen Aardrijkskundig Woordenboek, naar de nieuwste berigten en landverdeelingen, door G. Bruining. IIde Stuk. D-I. Te Rotterdam, bij Arbon en Krap. 1821. In gr. 8vo. XX en 407-787 Bl. f 4-16-: Algemeen Aardrijkskundig Woordenboek, door J. van Wijk, Roelandszoon. II Stukken. B-H. Te Dordrecht, bij J. de Vos en Comp. en J. Pluim de Jaager. 1822. In gr. 8vo. XXXVI en 385-1314 Bl. f 10-10-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823 | 1823 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Boekbeschouwing.’, ‘De echte bewijzen voor Gods aanwezen en deszelfs allesomvattende Voorzienigheid van de onechte afgescheiden en tegen bedenkingen gestaafd; inzonderheid voor jonge lieden, door G. Bruining. Te Leiden, bij J.W. Dauw Lem. 1824. In gr. 8vo. 254 Bl. f 2-40.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1824 | 1824 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Geschiedenis der Nederlanden, van de vroegste tijden tot op heden, nopens het Zuiderdeel des Rijks even volledig, als ten opzigte van deszelfs Noorderdeel, onpartijdig, en veelal uit de bronnen, door G. Bruining. IIde Deel. Te Amsterdam, bij S. de Grebber. In gr. 8vo. 328 Bl. f 3-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828 | 1828 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Bijdragen tot de Geschiedenis der Nederlanden, door J.P. van Cappelle. Te Haarlem, bij V. Loosjes. 1827. In gr. 8vo. 424 Bl. f 3-90. Geschiedenis der Nederlanden, van de vroegste tijden tot op heden, nopens het Zuiderdeel des Rijks even volledig, als ten opzigte van deszelfs Noorderdeel, onpartijdig, en veelal uit de bronnen, door G. Bruining. Iste Deel. Met 3 Tabellen. Te Amsterdam, bij S. de Grebber. 1825. In gr. 8vo. 316 Bl. f 3-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828 | 1828 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Nederduitsche Synonymen, of woorden, die elkanderen somwijlen vervangen kunnen, doch somwijlen niet, taalkundig, en ten deele ook etymologisch, behandeld, door G. Bruining. IIde Deel. Te Rotterdam, bij J. Immerzeel, Jun. In gr. 8vo. 454 Bl. f 3-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828 | 1828 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Taal, en over meer ander geschrijf. Door G. Bruining. Te Delft, bij de Wed. J. Allart. 1827. In gr. 8vo. 104 Bl. f 1-10.’, ‘Nederlandsche Spraakleer. Door Mr. W. Bilderdijk. Discant artem, quam frustra docent. Marquardus gudius. In 's Gravenhage, bij J. Immerzeel, Jun. 1826. In gr. 8vo. XVI en 431 Bl. f 5-75. Kort Begrip van het zamenstel onzer Taal, na inzage van Mr. W. Bilderdijk's Spraakleer, doch met ter zijde stelling van de gewone Latijnsche leerformen; benevens (ten slotte) eene reeks van achtervolgende woorden, als voorbeeld eener mogelijke behandeling van een de beteekenissen onderscheidend Taalkundig Woordenboek, den Taalliefhebberen enkel als eene Proeve, en daarom zonder vermelding, hoewel ook zonder verzwijging (gelijk blijken zal) van des Schrijvers naam, aangeboden. Te Amsterdam, bij P. den Hengst en Zoon. 1827. In gr. 8vo. 320 Bl. f 3-30. Ook iets over de Nederlandsche Spraakleer van Mr. W. Bilderdijk; over zeker Kort Begrip van het zamenstel onzer’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828 | 1828 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Ode, sur l'acte de dévouement à l'honneur national du Lieutenant de Marine J.C.J. van Speyk, etc. Par J.J.L.P. Marchant. à Breda, chez Broese & Comp. 8vo. 8 pag. De roemvolle Dood van J.C.J. van Speyk. Dichtstuk, door Petronella Moens. Te Koevorden, bij D.H. van der Scheer. In gr. 8vo. 15 Bl. f : - 25. ’, ‘De Installatie van den Belgischen Regent Erasmus II, enz. Ironisch-komische Episode, enz. Door Batavus Hollandus. Te Utrecht, bij N. van der Monde. 1831. In gr. 8vo. V en 23 bl. f : - 25. Frieslands Hulde aan zijnen Vertegenwoordiger, M.P.D. Baron van Sytzama, enz. Door R. Posthumus, Predikant te Waaxens en Brantgum. Te Leeuwarden, bij L. Schierbeek. 1831. In gr. 8vo. VIII en 7 bl. f : - 25. Brieven over de tegenwoordige tijdsomstandigheden, enz. II Stukjes. In 's Gravenhage, enz. bij de Gebr. van Cleef. 1831. In gr. 8vo. Te zamen 34 bl. f 1-30. Opwekking van Noord-Nederlands gezamenlijke Kerkleeraars, tot luide vermaningen tegen sterke dranken, vooral bij vochtig en koud weder. Door G. Bruining. Te 's Gravenhage, bij A.P. van Langenhuysen. 1831. In kl. 8vo. 40 Bl. f : - 25.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831 | 1831 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Herinneringen van G. Bruining,met betrekking tot de omwentelingen in Staat en Kerk, gedurende zijnen levensloop; met het motto: Enixè nobis quoque turgens unda natata. Te Dordrecht, bij Blussé en van Braam. 1830. In gr. 8vo. IV en 420 bl. ƒ 3-60.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832 | 1832 |
Simon Vuyk | ‘Drie remonstrantse predikanten als broodschrijvers Simon Vuyk’ | In: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 27 | 2004 |
Kees Boschma | ‘Een ‘Fries om utens’ De ‘vaderlandsliefde’ van Gerbrand Bruining’ | In: Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 28 | 2010 |