Chr. T. Damm's Grieksche en Romeinsche Fabelkunde, naar de Nederduitsche uitgave van 1786, onder vergelijking van den tweeden druk der Latijnsche van C.F. Nagel, op nieuw bewerkt door G. Bruining. Met Platen. Te Leyden, bij A. en J. Honkoop. 1817. In kl. 8vo. 226 Bl. f 1-16-:
Daar er, buiten de Latijnsche scholen, en behalve die genen, welke voor eenig wetenschappelijk vak worden opgeleid, zeer vele lieshebbers en liefhebsters zijn, die, bij het lezen van de voortbrengselen der dichtkunst, naar eene handleiding omzien, om de leenspreuken, uit de oude fabelkunde ontleend, te kunnen verstaan, zoo was het een gelukkige inval van den Heer bruining, om de oude Nederduitsche uitgave van damm's fabelkunde eens na te zien, naar de Latijnsche uitgave van nagel te verbeteren, en met de bijdragen en uitleggingen van nieuwere geleerden te vermeerderen. De plaatjes, in dit werk voorkomende, zijn, wel is waar, slechts een asdruk van die, welke voor de Latijnsche uitgave gebezigd worden, Latijnsche namen en uitlegging behelzende; maar deze kleine inconsequentie zal toch wel geene zwarigheid baren, daar elk liefhebber of liefhebster welligt eenen vriend of minnaar heeft, die zoo veel Latijn verstaat, om deze paar woorden te kunnen vertalen. Achter het werkje vinden wij een uitvoerig register, om gemakkelijk al datgene te kunnen opzoeken, waaromtrent wij inlichting begeeren. Wij twijfelen dus geenszins, dat dit werkje zeer welkom zij, en durven hetzelve onzen lezeren en lezeressen gerustelijk aanbevelen.