wier grootsten voorstander krug ik laatstelijk, toen het geschreeuw mij vreesselijk verveelde, nevens zijnen heimelijken medestander chateaubriant, derwijze bijlichtte, dat hunne ware plans bij alle belanghebbenden klaarlijk in het oog liepen, en de Turksche krijg eensklaps een einde nam; hoe onmagtig ook zulk een Heremiet, als waarvoor sommigen mij wel eens hielden, ter krachtdadige medewerking aan zoodanig iets moge worden geacht.’
Iets verder, over het Concordaat van onzen Koning met den Paus: ‘Over deszelfs volstrekte noodzakelijkheid nadenkend, bewerkte ik welhaast, dat een Brusselsch nieuwspapier, nopens de onderhandelingen dienaangaande, schreef, dat dezelve, ofschoon men tot dus ver niets dergelijks had gewacht, nu spoedig zouden gelukken. Hoe ik dit bewerkte? denkt welligt wederom iemand; en mijn antwoord is eenvoudig: haast even als Archimedes de Romeinsche schepen voor Syracuse verbrandde; of door het krachtvolle licht der waarheid, dat ik mij door praatjes even min, als Diogenes zich het zonlicht door Alexander, benemen laat, in een sterk brandpunt te vereenigen, en uit hetzelve daarhenen te doen stralen, waar het de verlangde uitwerking kon voortbrengen.’ Is dat ook door de Vrijmetselarij? of wil het eenvoudig zeggen, door het een of ander inlichtend geschrift?
Zoo veel ziet men hieruit, dat de Schrijver gewoon is, zich in alle openbare aangelegenheden te mengen, en veel, zeer veel invloeds aan deze zijne bemoeijingen toekent. Wat moet hij het, bij zoo zware verantwoordelijkheid, niet dikwijls benaauwd gehad hebben!...Over het algemeen is dit werk van den Heer bruining zeer onderhoudend. Men leert den man kennen als Student in de Godgeleerdheid; als Kapitein der Artillerie bij het leger der Staatsgezinden, tijdens den inval der Pruisen op ons grondgebied in 1787; als uitgewekene eerst in Braband, daarna in Frankrijk; als Predikant bij de Remonstranten, en eindelijk als ambteloos Geleerde; terwijl men tevens de geschiedenis van