Vervolg der leerzaame zinnebeelden(1758)–Adriaan Spinniker– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Opdragt aan myn heeren, en mejuffrouwen, den heere Isaac Verhamme, deszelfs egtgenoote, mejuffrouwe Anna Johanna Barnaart, den heere Nicolaas Willemkops en deszelfs egtgenoote, mejuffrouwe Elisabeth Barnaart, Abrahs. 't Leeven van wylen Adriaan Spinniker. D.M. Adriani. Spinniker. G.W. AB. Oosten. de. Bruyn. Grafschrift voor den vermaarden dichter Adriaan Spinniker. De boekverkooper aan den leezer. Vervolg der leerzaame zinnebeelden. Het eerste zinnebeeld. Op het eerste zinnebeeld. Het tweede zinnebeeld. Op het II. zinnebeeld. Het derde zinnebeeld. Op het derde zinnebeeld. Het vierde zinnebeel.d Op het vierde zinnebeeld. Het vyfde zinnebeeld, Op het vyfde zinnebeeld. Het zesde zinnebeeld. Op het zesde zinnebeeld. Het zevende zinnebeeld. Op het zevende zinnebeeld. Het agtste zinnebeeld. Op het agtste zinnebeeld. Het negende zinnebeeld. Op het negende zinnebeeld. Het tiende zinnebeeld. Op het tiende zinnebeeld. Het elfde zinnebeeld. Op het elfde zinnebeeld. Het twaalfde zinnebeeld. Op het twaalfde zinnebeeld. Het dertiende zinnebeeld. Op het dertiende zinnebeeld. Het veertiende zinnebeeld. Op het veertiende zinnebeeld. Het vyftiende zinnebeeld. Op het vyftiende zinnebeeld. Het zestiende zinnebeeld. Op het zestiende zinnebeeld. Het zeventiende zinnebeeld. Op het zeventiende zinnebeeld. Het achtiende zinnebeeld. Op het achtiende zinnebeeld. Het negentiende zinnebeeld. Op het negentiende zinnebeeld. Het twintigste zinnebeeld. Op het twintigste zinnebeeld. Het een en twintigste zinnebeeld. Op het een en twintigste zinnebeeld. Het twee en twintigste zinnebeeld. Op het twee en twinstigste zinnebeeld. Het drie en twintigste zinnebeeld. Op het drie en twintigste zinnebeeld. Het vier en twintigste zinnebeeld. Op het vier en twintigste zinnebeeld. Het vyf en twintigste zinnebeeld. Op het vijf en twintigste zinnebeeld. Toezang. Het zes en twintigste zinnebeeld. Op het zes en twintigste zinnebeeld. Toezang. Het zeven en twintigste zinnebeeld. Op het zeven en twintigste zinnebeeld. Het agt en twintigste zinnebeeld. Het agt en twintigste zinnebeeld. Toezang. Het negen en twintigste zinnebeeld. Op het negen en twintigste zinnebeeld. Het dertigste zinnebeeld. Op het dertigste zinnebeeld. Toezang. Slot-reden. Spiegel der boetvaardigheid en genade, Voorgesteld in de gelykenis van den verlooren en wedergevonden Zoon, Lukas XV.11, enz. Eerste gezang, Verbeeldende den jongsten Zoon, na 't ontvangen van zyn erfdeel. Tweede gezang, Vertoonende den Vader, op 't afscheid van den Zoon. Derde gezang. De verlooren zoon, tot zich zelven keerende. Vierde gezang. Behelzende de vaders redenvoering en besluit, als hy zynen zoon van verre ziet aankomen. Stichtelyke gezangen. Morgen-zang. II. Morgen-zang. Traagheid, de bron van onheil. Nadeel der hoovaardigheid. De Bethlehemse kindermoord. Schaadelykheid der waereld-liefde, getoond uit de onvolmaaktheid en nietigheid der waereldse goederen, en de brosheid des menselyken levens. I. deel. Schaadelykheid der waereld-liefde, enz II. deel. Schaadelykheid der waereld-liefde, enz. III. deel.