Vervolg der leerzaame zinnebeelden(1758)–Adriaan Spinniker– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Traagheid, de bron van onheil. Geen' schaadelyker zonde op aarde, Geen kwaad, dat grooter onheil baarde, Als traage en vuige ledigheid, Die, zich vergeetende in de pluimen, Doet alle zorg het herte ruimen, En viert van allen arrebeid. Wat vrucht kan zulk een wortel draagen, Dan spaaden rouw, en bitter klaagen, In droevige armoede en gebrek? Maar ach! het sluimerig geweeten, Te dwaas verwaarloosd en vergeeten, Krygt grooter schaade, en snooder vlek. 't Verzuimde land geeft nimmer kooren, Maar niet dan distelen en dooren: Geen huis, hoe vast het schynt gebouwd, Hoe schoon, hoe sierelyk te brallen, Dat niet in 't korte moet vervallen, Zo niemand daar de hand aan houd. Die tegen stroom zoekt op te vaaren, Word afgedreeven door de baaren, Zo niet gestaâg de riemen gaan. Dus word de geest, tot rust begeeven, Allengskens achterwaarts gedreeven, Te rug gevoerd van 's levens paên. [pagina 68] [p. 68] De doffe ziel, van slaap bekroopen, Stelt achteloos den ingang open Voor Satans list, die op haar past; Die sluipt 'er ongevoelig binnen, Die maakt zich meester van de zinnen, En stelt terstond zyn' zetel vast. Dan strooit hy fluks, verheugd en wakker, Vergiftig zaad in 's herten akker, Dat spreid zich onbelemmerd voort, En teelt in 't kort een' oogst van struiken, Die deugds gewas doet onderduiken, En all' haar' vrucht in 't eind versmoort. Dus ziet me in de overwonnen' zielen Eerlang een nest van monsters krielen, Van Slangespog gekeekt, gevoed; Gelyk in vuile modderpoelen Ontelb're wangedrochten woelen, Van wreeden aard, vol giftig bloed. Zo is de vrucht van achteloosheid Een aanteelt van ontaarde boosheid, Vermindering van deugd en goed: Maar snoode vrucht, die eens in 't ende, Gevolgd van jammer en elende, Te wrangen smaak geeft aan 't gemoed. Laat dan, ô mens, u nooit gelusten, Zo dwaas, zo traagelyk te rusten: Stap onvermoeid, stap rustig voort. Door arbeid word het loon verkreegen. Door wakk're vlyt op 's levens wegen Dringt ook de ziel door de enge poort. Vorige Volgende