De gedichten(1994)–Maria Tesselschade Roemer Visschersdr– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Sonnetten 1 Hoewel ick noijt en sooch pit wt der Leeuwen schoncken (1621) 2 Ghelijck als onder 't Juck van sinne slavernijen (1636) 3 Die als een Baeck in zee van droefheidt wort gehouwen (1637) 4 Wat in de lotery Des luckx zyn oorspronck nam (1641) 5 Als het vernuft begreep het zang'righ hoogh geschal (1642) 6 Dat Bareleus pen, soo met mij om wou springen (1644/45) 7 Uw grijze jeucht heeft ons van jongs af iets belooft (1648) 8 Ghy koelen herders soon van 't sangerige choor (geen datering) Verschillende gedichten 9 Hoe Crachtich ick verpyn (1626) 10 Die 't leven gaf, met zijn penseel (1629/30) 11 De beste tong die stemmen smeede (1630) 12 Thessaliaensche konst om 't Maen-licht te doen dalen (1636) 13 Noch heb ick hert, al is my 't harnas-tuyg ontdragen (1639) 14 Prijst vry den Nachtegael (1642) 15 Wat wonder ist een glas geslepen naer de kunst (1642) 16 Claes seijde tegens Trijn, wat doe je weer te Mis (1642) 17 Siet hier uw' Heerlijck Hooft, dit is de schets in 't kleen (1642) 18 Dat soete kermen en dat aengename klagen (1643) 19 Wye ist, daer ghy o Godt met duysent beecken bloedich (1644) 20 Ons beijder Vader seijdt, wiens Woord de Waerheijdt is (1644/45) 21 Die Rejsen wil op aerdt, hoe sterker hoe bequamer (ten laatste 1646) 22 Myn Lief ik min uw. Dus mijn lieve leve seyde (geen datering) 23 Die naer mijn luysteren wil, die sal ick eens beloonen (geen datering) 24 Vrye Zieltje, eer ghy waert (geen datering) 25 Ontoyt, of toyt ghy u, Maria Magdalene? (geen datering) 26 Als ghy Maria smelt in tranen (geen datering) Versregels in brieven 27 't Wert door zulcken lust gedreeven (1632) 28 Indien 'T Prinsessen Oor alst mijne waer Geweest (1633) 29 De schadu sien ick nu met een veel schoonder dagh (1639) 30 Op als het op een oest van Honich telen gaet (1641) 31 Het nerpent heyl van ons hoogh Hofwijckse poeet (1642) 32 Want soo door Godts genaed de keur niet aen ons staet (1644) Italiaanse gedichten 33 Pensando aij suui filia si gravi e tanti (1634) 34 Qual per le terre Phrygie, gia beata (1638) Bibliografie