De gedichten
(1994)–Maria Tesselschade Roemer Visschersdr– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 120]
| |
24 Vrye Zieltje, eer ghy waert (geen datering)De achternaam van de musicus Johan Albert Ban geeft de dichter gelegenheid tot een verrassend woordspel.
Op de Zang-konst Van JOAN ALBERT BAN.
Saagent Hertje
Ga naar voetnootI,
Vrye Zieltje, eer ghy waert
In den Ban van Adelaert
Ga naar voetnoot2:
Dachtje, die daer was gebannen
Ga naar voetnoot3,
Sat als onder bloet Tirannen
Ga naar voetnoot4;
5[regelnummer]
En geen Ban, oft ys're klanck
Ga naar voetnoot5
Haelt het by de Vogle-sanck
Nu gaen Ban, en ys're klancken
Ga naar voetnoot7,
Stadig om sijn Godt te dancken
Ga naar voetnoot8,
Met een stemmigheyt, en klem
Ga naar voetnoot9,
10[regelnummer]
Boven wilde Vogels stem
Ga naar voetnoot10,
En ghy soeckt naer tijdts verlangen
Ga naar voetnoot11,
Om noch eens te zijn gevangen
Ga naar voetnoot12,
Daer de heusheyt van een Ban
Ga naar voetnoot13,
Al u sotte vrees verwan
Ga naar voetnoot14,
15[regelnummer]
Met sijn ys're snaeren raecken
Ga naar voetnoot15;
Met sijn peesen, dobble haecken
Ga naar voetnoot16;
Met B hert, en met B sacht
Ga naar voetnoot17;
Met de aldersoetste kracht.
Doen en wistje van geen keeren
Ga naar voetnoot19,
20[regelnummer]
Of u vryheyt te begeeren
Ga naar voetnoot20,
Voor dien Ban, die met gehoor
Ga naar voetnoot21
Hemel maeckt, het Werelts Choor
Ga naar voetnoot22.
By dien Ban, die met sijn singen,
Herten weet, tot lucht te dwingen
Ga naar voetnoot24.
25[regelnummer]
Konst niet by geval, maer wis
Ga naar voetnoot25
Soeter Ban als vryheyt is.
Bant u klancken in mijn sinnen
Ga naar voetnoot27
Datse niet als Ban beminnen
Ga naar voetnoot28:
| |
[pagina 121]
| |
En de vryheyt uyt mijn hert
Ga naar voetnoot29,
30[regelnummer]
Daer het mee bevochten wert
Ga naar voetnoot30;
En by na schier was verslonnen
Ga naar voetnoot31,
Soo 't den ban niet had gewonnen
Ga naar voetnoot32
Met een toon, die zedich koen
Ga naar voetnoot33
Vrees voor Ban in ban kost doen
Ga naar voetnoot34.
Tesselschade.
| |
[pagina 122]
| |
Naar de eerste druk in Verscheyde Nederduytsche gedichten ii, Amsterdam, L. Spillebout, 1653, p. 42-3. ubl 1198 f 10. | |
Verantwoording‘VRye’ (v. 1) is geschreven Vrye. Twee fouten, waarschijnlijk verkeerde lezingen van het handschrift, zijn verbeterd: in v. 11 stond ‘saeckt’ in plaats van soeckt en in v. 25 ‘met’ in plaats van niet. | |
NotitiesEr is in dit gedicht steeds sprake van de tegenstelling tussen de
betekenis van de soortnaam ban, een begrip dat verbonden is met
onvrijheid en dat vrees inboezemt, en de noties die de persoon genaamd
Ban oproept: zang, vrijheid, (hemelse) vreugde. Door de zegswijze
waarnaar r. 5-6 verwijst, worden gevangenschap en vrijheid opgeroepen. Hierop
volgt een hele reeks min of meer directe verwijzingen, o.a. in enkele
dubbelzinnig gebruikte muziektermen, naar deze begrippen, zoals:
| |
datering onbekend.
|
|