Door eenen engen hals. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1550-1670(1996)–Theo Hermans– Auteursrechtelijk beschermdVertaalhistorie. Deel 2 Inhoudsopgave Inleiding Teksten 1 Pieter Coecke van Aalst (vert.), Den eersten boeck van Architecturen Sebastiani Serlij / tracterende van Geometrye. Overgesedt wten Italiaensche in nederlandts / duer Peeter Coeke van Aelst doen ter tijt Schildere der K. Maiesteyt. [...]. 2 Cornelis van Ghistele (vert.), Der Griecxser Princerssen / ende Jonckvrouwen clachtige Sendtbrieven / Heroidum Epistolæ ghenaemt / bescreven duer den geleerden ende vermaerden Poeet Ovidius Naso inden Latijne / ende nu eerst in Duytsche duer Cornelis van Ghistele Rhetorijckelijck overgesedt [...]. Antwerpen: Hans de Laet, 1553 3 Cornelis van Ghistele (vert.), Terentius Comedien Nu eerst wt den Latine / in onser duytscher talen / door Cornelis van Ghistele / Rethorikelijck over ghesedt [...]. Antwerpen: Simon Cock, 1555 4 Pieter Volck Holst (vert.), Die groote Chirurgie vanden experten ende warachtigen in der Medicinen ende Chirurgien Doctor Paracelsus / van allen wonden gehouwen / gesteken / geschoten / van alle verbrantheit / van feninige dieren beten / van alle gebroken beenderen / ende al wat die Chirurgie begripende is / met geheelder genesinge ende kennisse van alle accidenten tegenwoordich oft toecomende [...]. Ghetranslateert wt den hoochduytschen eersten gedructen exemplare van D. Paracelsus hantschrift, duer M. Pieter Volck Holst Chirurgus. Antwerpen: Gillis van Diest, 1556 5 Cornelis van Cuelen (vert.), Een Sermoen van S. Jan Guldemont / tracterende Van heymelicker veeten ofte Gramschap ende van allomme te schuwen het zwærren [...] Met noch een ander sermoen [...] Van den Schuldenaer van x. dusent ponden ende dat dartneckicheyt van haet ende nijdt / veel ærger is dan al ander zonden. Al tselve nu nieuwe in onzer talen overghestelt ende met breeder woorden uutgheleyt ende ghedeclareert / duer Meester Cornelis van Cuelen Priester ende erfachtich Pastoor der kercken van Hulst in Vlaendren. Gent: Hendrik van den Keere, [1560] 6 Jan Utenhove (vert.), Hondert Psalmen Davids. Mitsgaders het ghesangk Marie, t'ghesangk Zacharie, t'ghesangk Simeons de thien Gheboden, de artikels des Gheloofs, t'ghebed des Heeren, &c. overghesett in Nederlandschen dichte, door Ian Wtenhove. Londen: John Day, 1561 7 D.V. Coornhert (vert.), Officia Ciceronis, Leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreven int Latijn door den alder welsprekensten Orator Marcum Tullium Ciceronem, ende nu eeerst vertaelt in nederlantscher spraken door Dierick Coornhert. Haarlem: Jan van Zuren, 1561 8 [Marius Laurier] (vert.), Die conste der minnen / de arte amandi ghenaempt. Int Latijne beschreven door den vermaerden Poeet ende Meester der Minnen Ovidius Naso. Ende nu eerst in onser duytscher talen overghesedt. Allen Jonghers die haer met deser Consten willen moeyen / seer oorbaer ende nootsakelijck ghelesen. Doesburg: Cornelis vander Rivieren, 1564 9 Peter Datheen (vert.), De Psalmen Davids, ende ander lofsanghen, wt den Fransoyschen Dichte In Nederlandschen overghesett, Doer Petrum Dathenum [...]. Heidelberg, 1566 10 M.A. Gillis (vert.), Emblemata I. Sambuci. In Nederlantsche tale ghetrouwelick overgheset. Antwerpen: Christoffel Plantijn, 1566 11 [Anonymus] (vert.), Den spieghel, des Houwelicks, waer in door veel schoone ende ghenoechelyke redenen, ghelyckenissen ende gheboden, vertoocht ende gheleert wordt, hoe dat man ende wyf hen teghen elckanderen dragende, een vreetsaem, lieflick, ende gheluckich leven met elckanderen sullen leyden. Wt den Grieckschen Autheur Plutarchus, int Ne[der]duytsch overgheset. [Middelburg:] Richard Schilders, 1575 12 D.V. Coornhert (vert.), Boëthius vande Vertróósting der wysheyd: uyt t'Latyn op nieus vertaalt. Leiden: Christoffel Plantijn, 1585 13 Philips van Marnix van Sint-Aldegonde (vert.), Het boeck der Psalmen. Wt de Hebreische sprake in nederduitschen dichte / op de ghewoonlick oude wijsen van singen overgeset. [...] Doir Philips van Marnix, genaemt / van Sint Aldegonde. Middelburg: Richard Schilders, 1591 14 Karel van Mander (vert.), Bucolica en Georgica, Dat is / Ossen-stal en Landt-werck P. Virgilii Maronis, Prince der Poëten. Nu eerst in Rijm-dicht vertaelt / door K.V. Mander. Haarlem: Gillis Rooman, 1597 15 Theodore van Liefvelt (vert.), De eerste weke der scheppinge der werelt. Eerst ghevonden / ende in Francoische Dicht ghestelt door den Geest-rijcken ende Edelen Wilhelm de Saluste, heer van Bartas. Vertaelt in Nederlantschen Ryme door T.V.L.B. Brussel: Rutgeert Velpius, 1609 16 C. Kina (vert.), De Beschrijvinghe Heliodori vande Moorenlandtsche gheschiedenissen: Vervaet in thien Boecken. Inhoudende de Eerbare, Cuyssche, ende ghetrouwe Liefde van Theagenes van Thessalien, ende Chariclea van Ethiopien. Eerst int Griecx beschreven: Ende nu wt het Francoysche int Nederlandts vertaelt Door C.K. Amsterdam: Hendrik Barentsz, 1610 17 Everart Syceram (vert.), Il divino Ariosto oft Orlando Furioso. Hoogste voorbeelt van oprecht Ridderschap. Oock claren spieghel van beleeftheijt Voor alle welgeboorne Vrouwen: Begrijpende over hondert niewe Historien. Overgeset wyt Italiaensche veersen In Nederlantsche Rijmen door Everart Siceram van Brussel. Antwerpen: David Mertens, 1615 18 Johannes Leonardus Fenacolius (vert.), De Hoochberoemde Historien van C. Cornelius Tacitus [...]. Het Eerste Deel. Vervatende. xvi. Annalen, ofte Jaerboecken der Roomscher gheschiedenissen, van de Doot des Keysers Augusti aen tot op het Ryck van Galba, waer onder begrepen syn de daden van de oude Duytschen, Bataviers ende Vriesen. [...] Getrouwelijck verduytscht, Door Iohannes Leonardus Fenacolius Batav. Delft: Adriaen Gerritsen, 1616. Het tweede stuck [...] genaemt Historien. [...]. item noch Twee [...] boecxkens [...]. Alles [...] overgheset ende verduyts door Ioannes Fenacolius Lenaerts-soon. Leiden: Joris Abrahamsz vander Marsse, 1616 19 G.A. Bredero (vert.), G.A. Brederoos Moortje / Waar in hy Terentii Eunuchum heeft Nae-ghevolght. Amsterdam: Cornelis Lodewijcksz vander Plasse, 1617 20 Johan van Heemskerck (vert.), Pub. Ovidii Nasonis Minne-kunst, Gepast op d'Amsterdamsche Vryagien: Met noch andere Minne-Dichten ende Mengeldichten, alle nieu ende te voren niet gesien. Amsterdam: Dirk Pietersz Voskuyl, 1622 21 Constantijn Huygens (vert.), Battista Guarini, Il pastor fido [fragmenten], in Otia, 's-Gravenhage, 1625 22 J. van Groenewegen (vert.), d'Ovrige Werken van Gaius Cornelius Tacitus Romeinscher Geschied'nissen, onder d'eerste Keysers, Oversetter J. van Groenewegen. Delft: Adriaen Gerritsen, 1630. Germanien Van G. Cornelius Tacitus [...]. Delft: Adriaen Gerritsen, 1628 23 Constantijn Huygens (vert.), John Donne, gedichten [1630, 1633 ] 24 Joost van den Vondel (vert.), I.V. Vondels Elektra van Sofokles. Treurspel. [...] Ghespeelt in de Amsterdamsche Schouwburgh, in November, 1640. Amsterdam: Cornelis Houthaeck, 1639 25 Dirck Pietersz. Pers (vert.), Iconologia of Uijtbeeldinghen des verstants van Cesare Ripa van Perugien: waer in Verscheiden Beeldnissen van Deughden, Ondeughden, Menschlijke Hertztochten, Konsten, Leeringhen: etc. en andere ontallijke stoffen, geleerdelijck werden verhandelt. Uyt het Italiaens vertaelt door D. Pietersz Pers. Amsterdam: Dirck Pietersz Pers, 1644 26 Joost van den Vondel (vert.), Publius Vergilius Maroos Wercken vertaelt door J.v. Vondel. Amsterdam: Abraham de Wees, 1646 27 Jan Hendriksz. Glazemaker (vert.), Romainsche Historien van Titus Livius, Sedert de bouwing van Romen tot aan d'ondergang van 't Macedonische Rijk. Ten meestendeel van nieus vertaalt, en met een tweede Decade, voor de gene, die verloren is, verrijkt, en op ontellijke plaatsen vermeerdert. Met een Vervolg der Romainsche Historien [...]. Nieuwelijks uit de Romainsche Historie van M. Scipio Dupleix vertaalt [...]. Amsterdam: Jan Jacobsz. Schipper, 1646 28 Henrick Bloemaert (vert.), Den Getrouwen Herder, Herdersch bly-eyndende Truer-spel, Van den doorluchtighen Heere Gio. Baptista Guarini Ridder. Op nieuws uyt het Italiaensch vertaelt ende gerijmt door Henr. Bloemaert. Utrecht: Willem Verbrugh, 1650 29 Seger van Dort (vert.), Den Methamorphosis, ofte Herscheppinge van P. Ovidius Naso, Verdeelt in XV. Boecken, Verciert met figueren: Nu eerstmael in Nederlandts-Rijm Gestelt, Door Seger van Dort Geboren te Antwerpen [...] Seer nut voor alle Schilders, Beltsnijders ende Liefhebberes der Poesie. Antwerpen: Gerard van Wolschaten, 1650 30 Adrianus de Buck (vert.), Troost-Medecijne-wynckel der zedighe Wysheyt, Voormaels in den kercker beschreven in't latijne / tot versoetinghe sijns lijdens / Door Severinus Manlius Torquatus Boetius, Roomschen Borghemeester: Nu vertaelt / tot yghelijcks Troost ende Leeringhe / door F.D. Adrianus de Buck Canonick Norbertijn der vermaerde Abdye van Sint' Niclays binnen Veurne, Pastor van Zoutenay ende Egghewaerscappel. Brugge: Lucas vanden Kerchove, 1653 31 Jacob Westerbaen (vert.), Davids Psalmen In Nederduytsche Rijmen gestelt door Jacob Westerbaen, Ridder, Heer van Brandwijck ende Gybland, &c. Op de selfde wijsen ende getal van Zang-versen / als die in de Fransche ende Nederlantsche Gereformeerde Kercken werden gesongen. 's-Gravenhage: Anthony en Johannes Tongerloo, 1655 32 [Anonymus,] I. van Vondelen Voorlooper, Overwegende den Sin ende Inhout vande Voorreden gestelt voor de Psalmen Davids, Gerijmt door Iacob Westerbaen, Ridder, Heere van Brandwijck, Gijbland etcetera. Amsterdam, 1655 33 Johan de Vries (vert.), Griexe luyt ofte de lier-zangen vanden Tëischen Anacreon, Vertaelt door Johan de Vries [...]. 's-Gravenhage: Weduwe Isaac Burghoorn, 1656 34 Jonas Cabeljau (vert.), Treurbrieven Der blakende Vorstinnen: en Minnebrieven der Vorsten en Vorstinnen, van Publ. Ovidius Nazo en Aulus Sabinus. Op gelijk getal van Vaarzen, In Nederduytschen Rijm, overgezet: Door Jonas Cabeljau, J.C. Rotterdam: Joannes Naeranus, 1657 35 Dirck Doncker (vert.), Publius Virgilius Maroos Twaalf boekken van Aeneas, Vertaald, in Nederlands Gedicht, met 't zelfde getal der regelen, door Dirck Doncker. Gouda: Cornelis Dyvoort, 1663, 2de ed. 1688 Geraadpleegde literatuur Personenregister