sic in domo sunt, tanquam in conditivo & mortem suam
antecesserunt, dat is: Hy leeft, die tot dienst van veelen is, hy
leeft, die sijn selven gebruyckt, maer die schuylen ende vertraegen, sijn so
in haer huys als in een graf, en sijn haer doodt voor-geloopen.
Dewijl het dan een gewoon, doch niet onprijselick, gebruyck is, dat die yets
in 't licht willen geven, nae een Edel verstandt, die sy haer werck
toe-eygenen sullen, omsien, heeft my gheraedtsaem gedocht het selve mede te
volgen, om niet te onvoorsichtigh ende vermetelt sonder eenige voorstandt
ofte beschut te voorschijn te komen, also den H. Hieronimus seyt, Qui scribit, multos sumit judices; si non adsit qui defendat,
qui patrocinetur, labitur scriptoris fama, Die yet schrijft, neemt
veel Oordelaers; soder niemant is die hem beschermt of voorspreeckt, vervalt
de Eer des Schrijvers. Waerom ick mijn ooge-merck op uw Ed. genomen hebbe,
om dit mijn werck met uw Ed. gesach te bewaepenen tegens sommige Nijdigers
tongen, die dickmaels meer geneyght sijn eens anders werck te berispen, dan
te verbeteren of yets van haer eygen voorts te brengen, vertrouwende dat,
terwijlen uw Ed. onse Schilder-konste toegedaen is ende met de selvige
alreets een lof-weerdigh Cabinet gestoffeert heeft, als mede met de
voornaemste ende uytgelesene Pampier-konste, dese kleyne gifte oock van een
Schilders handt uw Ed. op-geoffert met een gunstigh gemoet sal ontfangen,
twelck verwervende ick my geluckig sal achten ende my vorder in uw Ed.
dienst verplicht houden, gelijck ick oock altijdt sal blijven.
Uw Ed. Ootmoedighste Dienaer
Henr. Bloemaert