Christus en cultuur(1978)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Woord vooraf bij de vijfde druk Christus en cultuur §1. Het thema ‘Christus en cultuur’ heeft de geesten altijd bezig gehouden, ook vóór Christus' komst. Dat zal zo blijven tot zijn wederkomst. §2. Het thema is geen puur academische kwestie, maar ieder heeft er in alle omstandigheden mee te maken. § 3. Het vraagstuk is moeilijk, want de meningen lopen zowel over ‘Christus’ als over ‘cultuur’ uiterst sterk uiteen. §4. Christus en het cultuurleven worden door de een tegen elkaar uitgespeeld en door de ander met elkaar ‘verzoend’, met verschillende konsekwenties voor de praktijk. § 5. We stoten niet tot het fundament in ons probleem door als de vraag luidt: ‘Christendom en cultuurleven’ of ‘Jezus en het cultuurleven’. § 6. Waarom niet: christendom en het cultuurleven? Een feitelijk gegeven als het christendom is nooit normatief. § 7. Waarom niet: Jezus en het cultuurleven? Wij moeten niet uitgaan van ‘Jezus’ zonder meer. § 8. ‘Jezus’ wordt niet uit zijn tijd, op aarde doorgebracht, verklaard, maar wij moeten naar Hem als Jezus Christus luisteren, die sprak en nog spreekt in zijn Woord. § 9. Ook de kerk heeft hier schuld. Kleine trekjes uit het evangelieverhaal worden voor een leer omtrent Jezus als cultuurtheoreticus gebruikt. § 10. ‘Jezus’ heeft geen aanwijzingen voor een kunsttheorie gegeven, hoewel Hij het ontbreken van beeldende kunst in het jodendom als een leemte moet hebben gevoeld. § 11. In de samenvoeging van de beide namen Jezus de Christus wordt de sleutel van het probleem ons in handen gegeven. § 12. Wij moeten op Christus' unieke ambt letten. § 13. De ambtsgedachte is tevens van beslissend belang voor het verstaan van wat cultuur is. § 14. Om deze oorspronkelijke dienst weer mogelijk te maken, komt Christus twee dingen doen: Een rechtsstrijd voeren (in het midden van de geschiedenis voldoen aan Gods straffende en eisende gerechtigheid) en een krachts-strijd voeren (in de loop van de geschiedenis de druiven rijp stoven voor Gods toorn-bediening en de nieuwe mensheid toebereiden tot de dienst van God). § 15. In de bediening van zijn eigen ambt en in de formatie van de met Hem gezalfden brengt Christus het eigendom van God weer naar de Eigenaar terug. § 16. Cultuur is een woord dat men op de eerste bladzijde van de Bijbel aantreft: Bebouwt de hof, bewoont de aarde, vermenigvuldigt u. § 17. Door de zonde is een proces van ontbinding begonnen. § 18. Het feit dat er cultuur is, is niet te danken aan de zgn. algemene genade. § 19. De zin van de cultuurgeschiedenis is Christus, in zijn dubbele betekenis als Heiland-Verlosser en Heiland-Wreker. § 20. Strikt genomen is alleen dáár positieve cultuurbouw waar overeenkomstig Gods wil gewerkt wordt. § 21. De demonische anti-cultuurontwerpen zullen door de antichrist als dictator aan de wereld worden opgedrongen. § 22. De cultuurbouw van de kerkmensen is inhoud van de belófte. § 23. De eerste konsekwentie van dit geloofsstandpunt: Strikt genomen is het onjuist over dé cultuur te spreken. § 24. Een tweede konsekwentie: De zedelijke wet komt niet zelf mee in de universele cultuur. § 25. Een derde konsekwentie: Onthouding van cultuurwerk is altijd zonde. § 26. Een vierde konsekwentie: Het is onjuist het vraagstuk van Christus en cultuur als een vraagstuk van gemene gratie te typeren. § 27. Een vijfde konsekwentie: Er zal grote eerbied moeten zijn voor de kerk. § 28. Een zesde konsekwentie: Alleen achter Christus krijgt de persoon voor het cultuurleven z'n waarde. § 29. Een zevende konsekwentie: Onze christelijke cultuur-filosofie moet konsekwenter uit de ambtsgedachte gaan redeneren. Literatuurlijst