Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdboekOudgerm. letterteken. Volgens een traditioneel aanvaarde maar volgens sommigen twijfelachtige etymologie zou het woord ‘boek’ ontwikkeld zijn uit het Germaanse woord dat aanvankelijk ‘beuk’ betekende. Het hout van deze boom werd door de oude Germanen gebruikt als materiaal waarop ze hun runen (zie runen(liederen)) aanbrachten. Een gelijkaardige metonymische verschuiving van plantaardige materie naar schrijfmateriaal, en van daaruit eventueel naar het geschrevene, kenmerkt ook andere woorden als codex, of ‘papier’ (uit papyrus). Het gebruikelijke woord voor het Boek der Boeken – de Bijbel – werd via het Latijnse ‘biblia’ en het Griekse ‘biblion’ uit de Semitische talen ontleend en betekende oorspronkelijk papyrusbast. In het moderne gebruik – zeker ook met de digitale varianten – wordt de term ‘boek’ gekenmerkt door polysemie en vooral vaagheid. In zijn huidige vorm is een boek een verzameling gevouwen vellen (vel; katern) perkament of papier, die een bibliografische eenheid vormen en die gebonden kunnen worden in een boekband. Het middeleeuwse handgeschreven boek wordt codex genoemd. In principe kan een boek uit één katern bestaan, maar als het blanco bladen betreft, wordt het cahier genoemd; drukwerken van die omvang heten pamflet, brochure of aflevering (van een seriewerk of tijdschrift). Soms wordt een boek eerst als hardback gepubliceerd (gebonden) en nadien, in geval van commercieel succes, als paperback (als een gebrocheerde of gekartonneerde uitgave, vaak op goedkoop papier). Deze laatste publicatievorm, waarvan het pocketboek (Eng. zakboek) een wat kleinere variant is, heeft zich vooral na WO II vanuit Engeland en de USA snel verspreid, en heeft de wereld van de bellettrie en ook van de non-fictie heel wat toegankelijker gemaakt voor een breed publiek van kopers en lezers. Traditioneel is een boek het eindresultaat van de samenwerking tussen auteur, uitgever-1 en drukker (zie drukkunst). Het boek als bibliografische eenheid werd tot in de 19de eeuw gekenmerkt door een doorlopende reeks katernsignaturen (zie katernsignatuur), al dan niet gecombineerd met foliëring of paginering; vanaf de 19de eeuw wordt er uitsluitend gepagineerd. Het moderne boek heeft een relatief gestandaardiseerde structuur, met als vaste of vaak terugkerende onderdelen: blurb, band met titel, titelpagina, vermelding van het ISBN, verwijzing naar auteursrecht en wettelijk depot, inhoudsopgave, voorwoord, opdracht, bibliografie, index-1, colofon. Vele variaties zijn mogelijk, afhankelijk van tekstgenre en van lokale tradities, met aanzienlijke verschillen in het geval van vroegere boeken (codex, incunabel). Zo kent zelfs het losbladige boek een zekere opgang, voor wetteksten en naslagwerken, maar ook als literair vormexperiment: het boek als bouwpakket. Moderne technieken als wordprocessing en desktoppublishing op pc maken het mogelijk om een typografisch hoogwaardig eindproduct te ‘zetten’ in de studeerkamer thuis, en brengen grondige verschuivingen teweeg in de traditionele productiemethodes van het boek (print(ing) on demand). Niet elke vorm van literatuur is te boek gesteld (orale literatuur) en niet alles wat in boekvorm verschijnt geldt als literatuur. Afgezien daarvan is het boek niet de enige vorm voor de schriftelijke transmissie van teksten; denk aan brochure, pamflet, revue of tijdschrift. Verscheidene zgn. non-book-verspreidingsvormen blijven relatief marginaal, maar de enorme technologische vooruitgang op het gebied van de elektronische informatieoverdracht (het e-book) brengt hier ongetwijfeld verandering in. Bij de vaak problematische afbakening van het boek tegenover deze diverse vormen blijken zich drie verwante kenmerken van het boek vooralsnog te profileren: zijn omvang (een zeker minimumaantal bladzijden is vereist), zijn eenmalig karakter (de publicatie ervan is niet periodiek), en zijn blijvend karakter (het boek is niet slechts bedoeld voor onmiddellijke en eenmalige consumptie). De bestudering en beschrijving van boeken is onderwerp van de bibliologie (het boek als cultureel verschijnsel), de analytische bibliografie-1 (het boek als materieel object) en de systematische bibliografie (beschrijving naar inhoud). In overdrachtelijke zin verwijst de term 'boek' naar de tekst als verbale boodschap en complex taalteken, waarbij abstractie gemaakt wordt van de publicatievorm ervan. Deze betekenis berust op een metonymische verschuiving van materiële drager (het boek als object) naar het overgebrachte (het boek als tekst). Op die manier gelden de romans van Couperus en Dickens als mooie 'boeken' en is het mogelijk een 'boek' te schrijven of te verfilmen, of zelfs te spreken van één 'boek' in drie delen. In deze zin heeft het woord tal van hyponiemen, die bepaalde genres of teksttypes aanduiden: dagboek, gedichtenbundel, liber amicorum, libretto, monografie, stripalbum, tekstboekje, enz. In een verdere ontwikkeling van het woord treedt het hiervoor beschreven betekenisaspect van de tekst als verbale boodschap helemaal op de voorgrond: het boek als een reeks taaltekens die een bepaalde tekstuele coherentie en betekenisautonomie vertonen. Een bepaald fragment van een werk kan op die manier beschouwd worden. Zo spreekt men van het boek Genesis en het boek Job in de Bijbel, en bestaat John Miltons Paradise Lost uit twaalf en Dickens' Hard Times uit drie 'books'. Boek is dan, naast strofe, paragraaf, hoofdstuk, deel enz. één der hogere niveaus van tekstsegmentering. In omgekeerde zin kan ook een groep teksten als één enkel tekstueel geheel, en dus als boek beschouwd worden, waarbij het woord de betekenis van anthologie kan benaderen, zoals in The Faber Book of modern verse of The Penguin book of English short stories. Een boekband die meer bibliografische eenheden bevat, wordt een convoluut genoemd of in het geval van handschriften een verzamelhandschrift. De term 'boek' wordt tenslotte ook gebruikt voor een papiermaat van 25 of 24 vel (het twintigste deel van een riem). Lit: S.H. Steinberg, Five hundred years of printing (19743, herz. editie 1996) J. Dreyfus & F. Richaudeau, La chose imprimée. Histoire, techniques, esthétique et réalisation de l’imprimé (1977) P.F.J. Obbema e.a., Boeken in Nederland. Vijfhonderd jaar schrijven, drukken, en uitgeven (1979) E.L. Eisenstein, The printing press as an agent of change; communications and cultural transformations in early-modern Europe (1979) D. Diringer, The book before printing: ancient, medieval and oriental (1982) H. van Krimpen, Boek over het maken van boeken (19862) H. van Krimpen, Een boek is pas een boek als het een boek is (1986) L. Febvre & H.J. Martin, The coming of the book. The impact of printing 1450-1800 (1990, nieuwe editie 1997) F. Libere, Le livre: mutations actuelles (1990) S.L. Hindman (red.), Printing the written word; the social history of books, circa 1450-1520 (1991) K. Dijkstra, ‘Boekenmarkt’ in W. van Peer & K. Dijkstra (red.), Sleutelwoorden (1991), p. 17-23 'History of the book and study of literature' in Canadian review of comparative literature (1996), p. 207-258 M. Janzin & J. Güntner, Das Buch vom Buch. 5000 Jahre Buchgeschichte (20073) A. van der Weel e.a. (red.), Het boek in beweging; de boekcultuur in een digitaliserende wereld, themanummer van Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis 14 (2007) G. Lernout, Een beknopte geschiedenis van het boek (2009) L. Simons, Te boek! Over boeken en boekenmensen (2014) J. Barnard e.a. (red.), The Cambridge history of the book in Britain, 7 dln. (2014-2019) J. Raven (red.), The Oxford illustrated history of the book (2020).
|