Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpocketboekEtym: Eng. boek in zakformaat. Term ontleend aan de Amerikaanse reeks ‘Pocket Books’ voor boeken die in paperbackvorm worden uitgegeven in een klein formaat (ca. 18x11 cm), waardoor ze als het ware in de jaszak kunnen worden meegenomen. De belangrijkste doelstelling voor het uitgeven van pockets is de andere en grotere publieksgroep die ermee bereikt kan worden. Door goedkopere productiemethoden te gebruiken (lumbecken, brocheren, plastificeren, goedkopere druktechnieken, houthoudend papier e.d.) kan het pocketboek goedkoop zijn, een effect dat nog versterkt wordt door de grotere oplagen die ervan gemaakt worden (vaak minimaal 10.000 exemplaren in het Nederlandse taalgebied). Een ander en groter publiek kwam zo in contact met literair werk dat vaak al eerder in gebonden vorm een ander deel van het publiek bereikt had. Opvallend is dat pocketboeken doorgaans in reeksen worden gepresenteerd. Als voorlopers van de Nederlandse pocketboeken kunnen de deeltjes in de reeks Klassiek Letterkundig Panthéon beschouwd worden, waarvan het eerste in 1853 verscheen. Ook kan gewezen worden op de reeks van de Maatschappij tot verspreiding van Goede en Goedkoope Lectuur (de latere Wereldbibliotheek) onder leiding van L. Simons, waarin vanaf 1905 oorspronkelijk werk, maar vooral vertalingen van werken uit de wereldliteratuur werden uitgegeven in goedkope kleine uitgaven. Deze uitgaven dienden een cultureel en sociaal doel, nl. de lagere klassen in contact te brengen met de ‘grote’ literatuur. In de jaren ’30 verschenen talrijke nieuwe series, zoals de Engelstalige Albatross (vanaf 1932) en de Penguinbooks (vanaf 1935), en in Nederland de Salamanderreeks (vanaf 1934), de Schijnwerpers (vanaf 1936) en de ABC-romans (vanaf 1938). Na de Tweede Wereldoorlog nam de productie van het pocketboek een hoge en commerciële vlucht. Vooral de Prisma- en Aulapockets (Het Spectrum), de Zwarte Beertjes (Bruna), de Ooievaarreeks (Bert Bakker/Daamen) en de Vlaamse Pockets (Heideland) zijn literair belangrijk, maar vrijwel elke uitgeverij geeft zijn eigen pocketreeks uit. Als vergelijkbaar verschijnsel kan het goedkope bulkboek gezien worden dat er de oorspronkelijke doelstelling mee gemeen heeft. De enige Nederlandse inventarisatie van een volledige pocketreeks is C.J. Aarts’ Het Salamanderboek 1934-1984 (1984). Van 1959 tot 1968 verscheen de Pocketgids, maar daaraan werkte Het Spectrum met zijn Prisma-pockets niet mee. Lit: Zojuist verschenen; historische tocht door de wereld van het boek in woord en beeld (1955) W.E. Williams, The Penguin story (1956) P. Schreuders, Paperbacks, U.S.A. (1981) Th.L. Bonn, Under cover (1982) S. Hubregtse, ‘Nederlandse pockets verzamelen’ in De Boekenwereld 3 (1986-1987) 3, p. 79-90 P. de Bakker, De ooievaarpockets van Bert Bakker, 1954-1972 (1993) L. Kuitert, Het uiterlijk behang: reeksen in de Nederlandse literatuur, 1945-1996, dl 2: De spijkerbroek temidden van driedelig grijs: pocketboeken (1997) T. Anbeek & P. Hefting, De omslagen van de Salamanderpockets 1958-1996 (2009).
|
|