Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdbellettrieEtym: Fr. belles lettres = fraaie letteren. Het Franse 'belles lettres' werd gebruikt als alternatief van ‘beaux arts’, een term voor de cultuur in het algemeen. Sinds de 18de eeuw werd de term belles lettres in beperkter zin gebruikt voor alles wat tot de woordkunst wordt gerekend ter onderscheiding van meer beschouwend proza. Als afgeleide vorm van het Franse belles lettres ontstond de aanduiding bellettrie als verzamelnaam voor alles wat met de beoefening van de ‘schone letteren’ te maken heeft, dus zowel letterkundig werk van primaire aard zoals fictioneel proza, poëzie of drama met inbegrip van populaire- of triviaalliteratuur, kinder- en jeugdliteratuur, detectives e.d., als secundaire literatuur (essay, monografie, biografie, e.d.). In die zin is de term in de 19de eeuw in zwang gekomen. Cd. Busken Huet gebruikt hem bijv. in zijn Nederlandsche bellettrie (1876). Tegenwoordig duidt men er vooral de ‘lichtere’ vormen van de literatuurbeoefening mee aan. De wetenschappelijke beoefening van de literatuurstudie valt er dan niet meer onder. Lit: G. Gongrijp, 'Bellettrie en wetenschap' in Rekenschap Utrecht 11 (1964) 3, p. 102-115 G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 1 (1992), kol. 1435-1438 W. van den Berg, Over literatuur (2000) C. van Nijnatten & J. Bos (red.), Theorie en bellettrie: op het kruispunt van literatuur en sociale wetenschappen (2014).
|
|