Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdpamfletEng. pamphlet (pamphilet, pamphilus) > Gr. pan = alles; phileoo = beminnen. De term 'pamflet' is waarschijnlijk via het Engels ontleend aan het populaire 12de-eeuwse Latijnse dichtstuk Pamphilus seu de amore. Het is een eind-18de-, begin-19de-eeuwse aanduiding voor een veelheid aan geschriften die in de eeuwen daarvoor en daarna aangeduid zijn met termen als vlugschrift, brochure, manifest, loopmare, vliegende bladen, plakkaat (of placcaert), ordonnantie, resolutie, instructie, sententia, octrooi, traktaat, twistschrift, blauwboekje (blauwboekskens), schimpschrift, schotschrift, smaadschrift, calumnie, paskwil, libelle en praatje. Een definitie van het pamflet op inhoudelijke gronden is herhaaldelijk geprobeerd, maar leidde niet tot bevredigend resultaat, vooral omdat teveel rekening gehouden werd met wat er aan zeer divers materiaal in de pamflettencatalogi van de grote bibliotheken toevalligerwijs vaak door particulieren bijeengebracht en door de bibliotheken beschreven was. Volgens Ter Horst (1932) is een geschrift een vlugschrift indien het met de bedoeling bekend te maken, pamflet indien het met de bedoeling te getuigen, traktaat indien het met de bedoeling te onderwijzen geschreven en uitgegeven werd, of indien het op een bepaald ogenblik met die bedoeling herdrukt werd of anderszins die rol vervulde, ongeacht de oorspronkelijke bedoeling van de auteur. Giraldo (1967) zocht het in de actualiteitswaarde van dit soort drukwerk: Algemeen verspreid geschrift dat een concreet feit, dat tot op één jaar nauwkeurig bepaald kan worden, beschrijft of bespreekt of dat in nauw verband met een zodanig feit gedrukt of op een andere manier vermenigvuldigd en uitgegeven is in de tijd waarin genoemd feit voorviel. Naast inhoudelijke criteria zijn er ook formele kenmerken (bibliografisch formaat, omvang, lettertype, wel of geen illustraties, wel of geen paginering) die bij de definiëring betrokken kunnen worden. Plakkaten, ordonnanties, resoluties, instructies, sententies, octrooien en traktaten (in de betekenis van overeenkomst) hebben de bedoeling iets bekend te maken, maar ze onderscheiden zich ook op de titelpagina – als er al een titelblad aanwezig is – formeel als overheidsdrukwerk en worden vaak vervaardigd door speciaal daartoe aangestelde Staten- of stadsdrukkers. Deze 'overheidspublicaties' vormen een omvangrijke categorie teksten in de zogenaamde pamflettencatalogi en in hoeverre zij op formele en inhoudelijke kenmerken weer onderverdeeld kunnen worden in sub-'genres' zal nader onderzoek moeten uitwijzen. Een tweede categorie die zich onderscheidt, is die van de traktaten (in de betekenis van verhandeling) of twistgeschriften: verhandelingen in proza waarin een bepaald onderwerp, vaak een godsdienstig of zedekundig probleem, min of meer stelselmatig wordt behandeld; in de tekst wordt een aantal feiten en argumenten als uitgangspunt genomen voor een betoog dat resulteert in een of meer conclusies. Een flink deel van de pamflettencatalogus van Rogge (1862-1866) bestaat uit dit soort twistschriften die als het ware uitnodigen tot discussie: het ene traktaat lokt het andere van een tegenpartij uit (zie de vele remonstrantse en contraremonstrantse traktaten). De actualiteitswaarde van dit soort geschriften die qua omvang soms flink kunnen uitdijen, is niet op een datum vast te prikken: de discussie sleept zich soms jaren voort. Ook binnen deze categorie zullen zeker weer subcategorieën te onderscheiden zijn: traktaten in dialoogvorm of (gedeeltelijk) op rijm e.d. Na afzondering van bovenstaande categorieën blijven er nog tal van geschriften over die grofweg op de traditionele wijze onderscheiden kunnen worden als vlugschriften, respectievelijk schotschriften. De grens met politieke prent en gelegenheidspoëzie is soms niet scherp te trekken (zie ook lyrisch activisme). De dialoog leent zich bijzonder goed voor het leveren van kritiek; populair waren de zgn. praatjes in allerlei soorten, zoals schuitpraatjes en kroegpraatjes. Vlugschriften of vliegende bladen danken hun ontstaan aan de uitvinding van de boekdrukkunst die het mogelijk maakte om snel en op grote schaal actuele berichten te verspreiden in beknopte vorm, dus voor een geringe prijs. Deze teksten waren vaak op plano-vellen gedrukt, verschenen dikwijls anoniem (tenzij het een min of meer officiële overheidspublicatie betrof) en zonder drukkersadres en werden op straat uitgevent door marskramers. Ze kunnen door hun actualiteitswaarde (bekendmakingen van de overheid, nieuwsberichten) beschouwd worden als voorloper van het dagblad. De vernieuwingsbewegingen van na de uitvinding van de boekdrukkunst ontdekten al snel dat de drukpers ook voor propagandistische doeleinden gebruikt kon worden. Verspreiding op grote schaal van nieuwe ideeën was mogelijk door middel van goedkoop en weinig omvangrijk drukwerk (gewoonlijk niet meer dan een paar katernen). Het pamflet ontwikkelde zich tot schotschrift, waarin vaak uiterst felle polemieken gevoerd werden over met name godsdienstige en politieke onderwerpen in de 16de tot en met 18de eeuw. Pamfletliteratuur wordt vooral aangetroffen rondom belangrijke historische gebeurtenissen (godsdienstige of politieke conflicten) en heeft bijgevolg een documentaire waarde, bijv. Luther, An den christlichen Adel deutscher Nation (1520); Zola, J’accuse (1898); L.F. Céline, Bagatelles pour un massacre (1937). In de 19de eeuw neemt de brochure de plaats in van het pamflet; in de 20ste eeuw leeft het weer op door politieke (wereldoorlogen) en maatschappelijke (Provo) gebeurtenissen. Grote collecties pamfletten bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag (catalogus door W.P.C. Knuttel, 19782), de Universiteitsbibliotheek Gent (de collectie-Meulman, gecatalogiseerd door J.K. van der Wulp, 1866-1867), in de Thysiana en de Universiteitsbibliotheek Leiden (catalogus door L.D. Petit & H.J.A. Ruys, 1882-1934), in de boekerij van de Remonstrantse Kerk te Amsterdam (catalogus door H.C. Rogge, 1862-1866), in de Universiteitsbibliotheek Groningen (catalogus door G. van Alphen, 1944), in de Universiteitsbibliotheek Utrecht (catalogus door J.F. van Someren, 1915-1922), in het Stadsarchief Antwerpen (catalogus door J. Polak-Suetens, 1983), in de Zeeuwse Bibliotheek (catalogus door W.C. Zijlstra, 1994) en in de Bibliotheek Arnhem (catalogus door M.W. Huiskamp, P.J. Boon & R.L.M.M. Camps, 1995). P.A. Tiele beschreef de verzameling van Frederik Muller in de Bibliotheek van Nederlandse pamfletten (1858-1861). Uitgeverij Brill is bezig met een groot digitaliseringsproject, The Early Modern Pamphlets Online (TEMPO). Lit: P. Fredericq, Het Nederlandsche proza in de 16e-eeuwsche pamfletten uit den tijd der beroerten (1907) N.B. Tenhaeff, Pamfletten. Engelsch-Hollandsche waardeering in de 17e eeuw. Een parallel tot moderne oorlogslitteratuur (1917) D.J.H. ter Horst, ‘Over het begrip “pamflet”’ in Bibliotheekleven 17 (1932), p. 8-30 O. Giraldo, ‘Van pamflet en traktaat tot vlugschrift: een oud probleem opnieuw belicht’ in Handelingen van het 26e Vlaamse Filologencongres (1967), p. 536-546 M. Angenot, La parole pamphlétaire (1982) P.A.M. Geurts, De Nederlandse opstand in de pamfletten 1566-1584 (19833) C.E. Harline, Pamphlets, printing and political culture in the early Dutch Republic (1987) A. Halasz, The marketplace of print: pamphlets and the public sphere in early modern England (1997) Matthijs van Otegem, ‘Tijd, snelheid, afstand; de mechanica van het pamflet’ in Tijd en de zeventiende-eeuwse cultuur, themanummer van: De zeventiende eeuw 17 (2001), p. 50-61 Dien langen Duyvel van Nieukoop; twee pamfletten uit 1651 over baljuw Jan van Sevenhoven, uitg. en van comm. voorz. door een Werkgroep van Amsterdamse neerlandici onder redactie van P.J. Verkruijsse (20042) J. de Kruif e.a. (red.), Het lange leven van het pamflet: boekhistorische, iconografische, literaire en politieke aspecten van pamfletten 1600-1900 (2006) J.A. Vrieler, Het poëtisch accent; drie literaire genres in zeventiende-eeuwse Nederlandse pamfletten (2007) C. Dingemanse, Rap van tong, scherp van pen; literaire discussiecultuur in Nederlandse praatjespamfletten (circa 1600-1750) (2008) R. Harms, Pamfletten en publieke opinie: massamedia in de zeventiende eeuw (2011) T. Keymer, Poetics of the pillory: English literature and seditious libel, 1660-1820 (2019) L. Saintes, Paroles pamphlétaires dans le premier XIXe siècle (1814-1848) (2022).
|
|