Algemeen letterkundig lexicon
(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermdmarskramerMarskramers, kramers, venters, colporteurs of omlopers zijn ambulante handelaren die voorzien van een korf (mars) huis aan huis hun koopwaar aanbieden. Zeker in het verleden hebben zij, vooral op het platteland, een belangrijke rol gespeeld bij de distributie van bepaalde producten van de drukpers, zoals blauwboekskens, almanakken, pamfletten, dagbladen, kortom wat gewoonlijk aangeduid wordt als triviaalliteratuur, waaronder ongetwijfeld ook clandestiene literatuur. Dat het een wijdverbreid verschijnsel was, bewijzen de vele rekesten van boekverkopersgilden aan de plaatselijke overheden waarin maatregelen gevraagd worden tegen de marskramers, alsmede het voorkomen van tal van kramers in de beeldende kunst en in de literatuur. Zo kan men kramers tegenkomen in kluchten vanaf de middeleeuwen tot ver in de 18de eeuw, o.a. in die van Cornelis Everaert, Nicolaes Biestkens, G.C. van Santen, G.H. van Breughel (Een cluchte van eenen cramer hebbende te coop veelderley drollighe liedekens; ed. J.A. van Leuvensteijn, 1985), W.D. Hooft, Guilliam Ogier, Joh. Van Paffenrode en Jacobus Rosseau (De zingende kraamer of Vermaakelyke Krispyn, 1718). Uit zowel de literaire als de archiefbronnen als uit de afbeeldingen in de beeldende kunst blijkt dat de sociale positie van de marskramer niet erg gunstig is: de grens met zwervers en vagebonden is diffuus. Datzelfde geldt voor de rondtrekkende liedjeszangers (straatlied), die met de boekenkramers over een kam geschoren worden, zoals blijkt uit titels van liedbundels als Apollo's marsdrager, veylende alderhande scherpzinnige en vermakelyke snel, punt, schimp, en mengeldichten (3 dln., 1715-1728), De marsdrager, of nieuwe toverlantaern, waar in vertoond wordt de nieuwste en aangenaamste gezangen (1754), De vrolyke kramer, met Klyn Jans pleizierig en vermakelyk mars-dragend hondje. In de 19de eeuw neemt het verschijnsel colportage eerder toe dan af, wellicht als gevolg van het opheffen van de gilden. Een nieuw verschijnsel dat aan het leuren met boeken wordt toegevoegd, is het rondgaan met intekenlijsten door personen die nu mede aangeduid worden als reizigers, colporteurs of agenten. Op deze wijze kunnen ook duurdere boeken en seriewerken onder een ruimer publiek verspreid worden.
Italiaanse boekverkoper (1646). [bron: H. Bekkering (red.), De hele Bibelebontse berg (1990), p. 597].
Lit: B. van Selm, ‘Onderzoek naar volkslectuur in de vroegmoderne tijd’ in Id., Inzichten en vergezichten (1992), p. 62-76 P.J. Verkruijsse, ‘Oktober 1678: Amsterdamse boekverkopers vragen om maatregelen tegen venters van “allerhande vuyle en schandaleuze Boeckjens”; de verspreiding van populaire literatuur’ in M.A. Schenkeveld-Van der Dussen (hoofdred.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis (1993), p. 292-297 L. Kuitert, ‘Grote boeken voor de kleine man; colportage in Nederland in de negentiende eeuw’ in De wereld van het boek in de negentiende eeuw, themanummer van De negentiende eeuw 20 (1996) 1, p. 92-105 J. Salman, Populair drukwerk in de Gouden Eeuw: de almanak als lectuur en handelswaar (1999) J. Salman, '”Vreemde loopers en kramers”: de ambulante boekhandel in de achttiende eeuw’ in Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis 8 (2001), p. 73-97 J. Salman, "Zijn Marsie, en zijn stok, aanschouwer sta wat stil": ontmoetingen met rondtrekkende boekverkopers (2006) L. Saalmink, ‘Van huis tot huis met boekjes te venten; colporteren met Elias Annes Borger’ in Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis 18 (2011), p. 31-47.
|
|